30 december 2011

Een zonnig 2012

de zon schijnt altijd wel ergens.......
bas en jeannine, marthe en wessel

28 december 2011

Een kijkje in het leventje van mijn ouders in Ghana...

Ondanks dat we aankomen in een totaal andere wereld is het alsof we thuis komen. Het is erg leuk om te zien hoe ze het hier eigen hebben gemaakt. Al hun spulletjes en prulletjes die ze al verzameld hebben. Buiten dat krijgen we veel van hun nu al sociale leven te zien. Jeannine zei al tegen mij dat wanneer ze het aan ons laat zien, ze eigenlijk pas beseft wat ze hier al om zich heen hebben. De mensen zijn zo hartelijk en zijn zo blij dat mijn ouders hier zijn. Dat maakt je wel trots om hun dochter te zijn. Zo hebben we al samen met de buurtkindjes mogen deelnemen aan het wekelijkse knutseluurtje op de veranda van Auntie Jannie!!En worden we achtervolgd met de zin: Hello Nasala, how are you, i'm fine thanks....
In deze paar dagen hebben we al zoveel gezien, dat wij alleen maar meer willen zien!!!

Groetjes Marthe

26 december 2011

Kerst met Marthe & Wessel

Vanochtend aangekomen in Wa, met Marthe en Wessel! Na lange vertraging en onzekerheid over hun aankomst, hebben we ze zatardagavond in onze armen kunnen sluiten.
Vanavond een Ghanees maal in een klein restaurantje in de buurt, dat is ook Kerst. Het is bijzonder om samen te zijn.
We wensen iedereen een (hart)verwarmend laatste stukje kerst.  Alle lieve mensen bedankt voor jullie kerstwensen.
En op naar de oliebollen!! Ja, ja, wij ook (met dank aan Marijke). De amandelstaaf en gevulde speculaas van Marthe en Wessel zijn al op. Smullen!

17 december 2011

Mintur

Op maandag vertrek ik met de motor naar Kuuncheni, een dorp bij Jirapa, ruim 65 km van Wa, het laatste stuk over zandweg. Alleen en dat is altijd weer spannend. Om 9 uur heb ik een afspraak met Joseph, leerkracht in het nabijgelegen Sigri. Hij heeft het plan opgevat om een willekeurig dorp in te gaan en te kijken waar kinderen met beperkingen wonen, die niet naar school gaan. Hij heeft er 4 gevonden en hij wil bekijken of ze in principe leerbaar zijn, of ze naar school zouden kunnen. Ik ondersteun hem waar hij dat nodig vindt. Vandaag wil hij hulp met Mintur, een 9-jarige jongen, aan een zijde verlamd/spastisch met nogal zware epilepsie. Hij loopt moeizaam.
Wat ik zie is onthutsend, een jongen met de blote billen op de grond, onder het zand. Zijn moeder wast zijn gezicht en trekt hem een broek aan. Hij lijkt goed aanspreekbaar en reageert goed op haar. Op vragen geeft hij in de locale taal antwoord, moeilijke spraak, maar Joseph kan hem verstaan en hij snapt waar het over gaat. Niet ontbeten, maar pitu gedronken, de licht alcoholische drank die plaatselijk gebrouwen wordt en die iedereen vanaf 's morgens drinkt. Hij heeft meer dan 5 grote aanvallen per dag. Er is wel eens iets met een dokter geprobeerd maar dat is op niets uitgelopen. Nu zit hij daar, het huis is zijn wereld, met verbrande billen (tijdens een aanval in het vuur gevallen) en verder niets, een moeder die pitu verkoopt op de markt met een baby op de rug, een zusje van 3, een vader die werkt op het land of verder wegtrekt om wat geld te verdienen. En er is een oma.
Het oude idee is dat je niet in kinderen met handicaps investeert, want dat levert niets op, ze kunnen niets leren en het levert geen beroep, geld,  op. Ze kosten alleen maar geld. Joseph slaagt erin moeder en vader te overtuigen dat we het best wel willen proberen met Mintur, dat als je niet goed kan lopen en af en toe valt je toch iets kan leren. Maar dan moet hij eerst naar een dokter, misschien kan de epilepsie wel beter gecontroleerd worden en dan heeft ons plan meer kans van slagen. Hoe komt hij 6 km verder bij de dokter, achterop een motor kan niet ivm vallen. Moeder begrijpt dat we ook iets van haar vragen en ze zegt met dit kind op haar rug gebonden naar Jirapa te willen lopen voor een dokter. Ga er maar aan staan! Als het benodigde geld problematisch wordt voor het onderzoek en medicijnen is ons fons een mogelijkheid. Ik doe wat kleine oefeningetjes met hem en hij reageert goed, zijn rechterhand is vrij goed, hij weet wat school is, kan wat getallen opnoemen. Ik geef hem een schriftje en vraag wat hij daar mee kan. Pencil, zegt hij en als de kleurtjes hun weg hebben gevonden, doet hij mij goed na met lijntjes, rondjes en inkleuren. Zijn zusje doet mee, maar we maken duidelijk dat het voor haar broer is. Je ziet dat hij dit snapt. Ik zeg clap for you en klap in mijn handen. Hij klapt ook en schenkt me een glimlach. Alleen al erbij horen, weten dat jij ook iets kan en met kinderen mag meedoen is het doel van onze missie, of lezen en rekenen er ooit inzitten, dat zal de tijd moeten leren. Praktisch zijn er nog hobbels te nemen als het lukt met de medicijnen. Misschien is 1 of 2 dagen naar school al een begin en praktisch beter te regelen.
Mintur wordt mijn symbool voor wat ik te doen heb in Ghana, niet meer langer praten maar doen.

Nu in Accra, voor "zaken"over ons placement, gesprekken met mensen die ons kunnen helpen met onze plannen voor een mobiel ict-centrum en een assessment-toolkit. We genieten van gastvrije vrijwilligers in Accra, de drukte en hectiek van het verkeer en de vochtige hitte nemen we op de koop toe. Onze grote missie is het ophalen van Marthe en Wessel aan het einde van de volgende week.
Helemaal blij!

10 december 2011

PWD's

“Freedom and justice was not born out of silence”

In 1981 was het jaar van de disabled, door de UN georganiseerd. Sindsdien wordt op 3 December de dag van de People with Disabilities (PWD's) gevierd in Ghana, telkens in een andere regio. Dit jaar was het op 5 december in Wa,  georganiseerd door de Ghana Federation of the Disabled (GFD). Daar houden ze hier van, acroniemen. Men had ons gevraagd mee te werken. 
Op maandag heb ik meegeholpen een vergadering te notuleren van de Regional House of Chiefs. De een na de ander kwam in prachtige kledij binnen met hun Queen mothers (zussen of moeders). In Ghana kunnen ze hele lange inleidingen houden, iedereen een paar keer bedanken en iedereen de hemel in prijzen. Het is een heel theater. Maar bijzonder om mee te maken.
15 % van de mensen heeft een beperking, 80 % hiervan leeft in een ontwikkelend land, indrukwekkende cijfers. De discussie ging met name over wat de chiefs kunnen doen aan discriminatie, stigmatisering en uitsluiting van mensen met een beperking. Het thema was in hoeverre culturele en traditionele gebruiken de uitsluiting van mensen vergroot. Kinderen met een beperking worden nog steeds opgesloten in huis of uitgestoten, gaan niet naar school, mensen met een beperking worden nog steeds witch genoemd en buitengesloten of mogen het paleis van de chief niet in (dit laatste werd door een aantal  chiefs ontkend). Al met al heel interessant, maar het was wel aanpoten met schrijven, mijn collega typte met 10 vingers op haar laptop en had duidelijk voordeel.
De volgende dag was er een tocht om aandacht te vragen voor de positie en inclusie van PWD's. Met een aantal vrijwilligers zouden we meelopen en een vragenlijst afnemen of mensen met een handicap ook opgenomen zijn geweest in de Census (Volkstelling) van 2010. De tocht was heet en lang, maar niet klagen, er liepen mensen mee met krukken en rolstoelen. Veel mensen met een beperking ontberen de goede behandeling. Als ze in Nederland hadden gewoond, zouden ze er veel beter aan toe zijn, zoveel misvormingen. Mensen die onnodig blind zijn omdat ze niet behandeld zijn. Dat is heel pijnlijk om te beseffen. De stemming was erg goed, mensen waren erg enthousiast en gedreven. Er was veel bekijks.
Ik heb een blinde man begeleid, die leraar is op een blindenschool in het zuiden. Interessante gesprekken over waarom inclusion nog niet kan in Ghana. We hebben mail uitgewisseld en ik zal hem zeker nog eens opzoeken. Dit zijn bijzondere contacten!
Bas liep swingend met Bob de tocht uit. Zij hadden 2 dagen er na nog spierpijn, maar het was voor het goede doel. We waren behoorlijk moe en ook het tekort aan vocht (ondanks dat je drinkt gebeurt dat) speelde ons parten. Het was bijzonder en ik hoop dat ik op een of andere manier mijn steentje nog kan bijdragen voor deze mensen. De secretaris van de landelijke Albino Federatie heeft me benaderd om te praten over hoe te komen tot een belangengroep van en voor albino’s in onze regio. Intussen vertelde hij dat de zon wel erg fel was, maar geld voor goede zonnebrand had hij niet. 

6 december 2011

Vanteenkomtander.

In mijn ‘werkeloze’ periode ben ik op zoek gegaan om iets zinnigs om handen te hebben. Op een van mijn tochten kwam ik uit bij het Community Information Centre (CIC) van Wa, waar Joseph Affari de scepter zwaait. Dit CIC is een soort internetcafé wat is opgezet vanuit de Assemblee (gemeentehuis), waardoor het een openbare functie heeft. De tientallen CIC’s in het land zijn zwaar gesponsord door de UN met materieel, met als doel om voor zo veel mogelijk mensen het gebruik van ICT en internet toegankelijk te maken.
Ik heb aan Joseph mijn diensten aangeboden, waar hij graag gebruik van maakte: of ik aan een aantal jong volwassenen een office- en internet training wilde geven. Dat heb ik gedaan en het was een leuke ervaring. Zeer gemotiveerde mannen en vrouwen van 20 jaar tot in de 30, waarvan de meesten een opleiding volgen aan de Universiteit van Wa. Ik heb de indruk dat mijn inspanningen gewaardeerd werden door de cursisten en door manager Joseph van het CIC. Overigens ben ik ook onder de indruk van het materieel van het CIC en van de ICT kennis die Joseph heeft.

Joseph nodigde Jeannine en mij uit voor een muziekmiddag van zijn kerk (Zevende Dag Adventisten) ter gelegenheid van de uitreiking van nieuwe kleding voor het plaatselijke jongerenkoor. Het werd een leuke middag met verrassend mooie gospelmuziek en heel veel vrolijke jonge mensen. Onze aanwezigheid was blijkbaar nogal bijzonder, want we werden persoonlijk welkom geheten door de presentator (Mr. en Mrs. Bas) en moesten vooraan plaatsnemen. Als extra service werden de grapjes die in de lokale taal verteld werden, af en toe speciaal voor ons vertaald in het Engels. Ik mocht tijdens de middag ook nog wat prijzen uitdelen aan leden die zich verdienstelijk hadden gemaakt voor het koor.
Een en ander heeft geresulteerd in nieuwe ontmoetingen en ervaringen waar we ook leuke foto’s en een aardig filmpje van hebben. 

26 november 2011

Thanksgiving in Lawra

Thanksgiving is een Amerikaans feest op de 4e donderdag in November. De oorsprong is een mix van Europese en locale tradities om dank te zeggen voor de oogst en alle goeds uit het afgelopen jaar. In Wikipedia kwamen we nog een Nederlands aspect van Thanksgiving tegen: De pelgrims zijn waarschijnlijk beinvloed door de jaarlijkse thanksgiving voor de afloop van het beleg van Leiden in 1574. Bekend is waarschijnlijk de turkey (die aan onze neus voorbij ging vanwege het aantal vegetariers). Het feest is belangrijker dan Kerst volgens de experts.
Twee van de VSO-ers waarmee we zijn aangekomen in Ghana zijn onvervalste Amerikaanse meiden, een uit Chicago en een uit San Fransisco. Al gauw vatten ze het plan op om Thanksgiving te organiseren. Ze hielden woord. Vrijdag (nou ja, een dag te laat) vertrokken we in gezelschap van  collega VSO-ers Bob, Adrienne en Ellie op de motor naar Lawra. Daar waren gastvrouwen  Abbie en Kelly, maar ook Adele, Giorgina, Hannah en Allison (VSO collega's uit Accra en Cape Coast).
Bij aankomst kregen we een knutselopdracht om op papieren handen het goede van Ghana en het goede van ons thuisland op te schrijven. Iedereen gaf een toelichting op wat opgeschreven was en dat was erg leuk om te delen. Bob bracht een song van een Canadesezanger ten gehore (zie filmpje). Iedereen had wat te eten meegenomen. Wij hebben Hutspot al la Wa gemaakt (yam ipv aardappel). Het kijken naar American football hoort ook bij Thanksgiving,  dus een belangrijke "game" tussen de Chicago Bears and the Eagles was opgenomen en op groot beeld te zien, na uitleg van de spelregels. Menigeen kreeg toen de after-dinner-dip, maar dat mocht de pret niet drukken. We hebben spelletjes gedaan, waaronder Blink (een aanrader Marthe, lijkt wat op SET) en de score werd met houtskool op het huis bijgehouden. Er werd een kampvuurtje aangestoken om s'mores op te maken: creamcracker met chocola en geflambeerde marshmellows. We hebben liedjes gezongen, maar het is lastig om een lied te vinden dat iedereen kent. Wat weet de jonge generatie van de Beatles en  andere klassiekers. Het werden kerstliedjes, want op black-friday, de dag na thanksgiving komt het hele kerstgebeuren op gang en mogen er ook kerstliedjes gezongen worden.
Volop plezier gehad en dat was heerlijk na een moeilijke werkweek (hierover later meer).
Op de terugweg begaf Bas zijn band het. Het mooie is dat er meteen iemand stopt die hulp biedt door een mechanic te bellen, die Bas heeft opgehaald in het dorp dat we net voorbij waren, op mijn motor!!. De verkeerde sleutels bij (onze hulp had het verkeerde type motor doorgegeven, maaar niet mopperen over aangeboden hulp....). Terug. Met een maatje. Toen bleek het gat te groot en moest er een nieuwe band komen. Weer terug. Inmiddels was er nog een derde jongen gearriveerd. Na 1,5 uur konden Bob en Bas de jongens terugbrengen. Kosten voor het werk (5 cedi = 2,50 euro exclusief band). Intussen lieten blauwe vogels met lange staarten van zich horen en kon ik eentje op de foto vastleggen.

13 november 2011

Speculaasbrokken

De Sint is aangekomen in Nederland. Bas had het er al langer over. Het verwonderde mij. Gisteren tijdens het skypen met Rik begreep ik waarom. Rik had speculaasbrokken en pepernoten gebakken. Het volle bord met dat heerlijks werd Bas bijna teveel. Zijn favoriete koek: SPECULAASBROKKEN! Rik had ze zelf gebakken. Hij was er eigenlijk al een beetje ziek van, zo lekker!
Laat Marthe mij nu geadviseerd hebben om speculaaskruiden mee te nemen naar Ghana. Helemaal onderin de doos vond ik ze. Dus vanochtend recept opgezocht en alles behalve de amandelen was in huis. Niets stond het bakken van speculaas in de weg.
Het heerlijk avondje is hier dus al begonnen, we missen alleen de warme chocolademelk. Pfffffff...

7 november 2011

Belangrijke impuls voor -, en grote investering uit Ons Fons.

Dat iemand het cadeaugeld voor zijn receptie ter gelegenheid van zijn pensionering ter beschikking stelt aan Ons Fons is natuurlijk prachtig nieuws. Aldus besloot Leo Janson, mijn Avans collega en, ondanks onze flexibele werkplekken en werktijden, mijn buurman. Da’s goed voor Ons Fons, voor onze moraal en voor sommige mensen en organisaties in Ghana.
Het is natuurlijk niet helemaal toeval dat de receptiedag van Leo samenviel met de oplevering van een aantal ramen en deuren voor Jujeidayiri (= May Allah add his blessings home) Model Junior High School. Al tijdens het bezoek van Pieter en Marijke was onze interesse voor dit project gewekt door Yacubu, een medewerker van GES district office in Wa. Hij is tevens voorzitter van de Parents Teacher Association (PTA) van genoemde school.
Omdat de Ghanese overheid er niet aan toe komt om voor voldoende adequate schoolgebouwen te zorgen, bundelen ouders en leerkrachten in een community soms hun krachten en zorgen, soms met hulp van de steun van externen, zelf voor de bouw van hun schoolgebouw. In 2007 is begonnen met de bouw van de klaslokalen en leerkrachtenonderkomen voor de Junior High School. Het gebouw staat er nu al enkele jaren, maar in de leslokalen zaten nog geen ramen en deuren. Met als gevolg dat het schaarse meubilair nogal eens verdween. Leermiddelen konden uiteraard helemaal niet in de lokalen opgeslagen worden.
Nu zijn de ramen en deuren dus een feit. En voor Ghanese normen zien ze er prima en degelijk uit. Nu kan de school beginnen met het pleisteren van de muren en het aanleggen van elektriciteit, zodat de afwerking van het hele schoolgebouw afgerond kan gaan worden. Julie van Ons Fons hebben de school weer een stuk verder geholpen en daar willen de leerkrachten, ouders en kinderen iedereen voor bedanken.
4 metal doors with bolts
GHC 848,-
6 metal windows with bolts
GHC 1.168,-
4 bags of cement
GHC 64,-
masons workmanship
GHC 168,-
Total
GHC 2.248,-
(ca. €1.020,-)

30 oktober 2011

Mensen

Iemand vroeg: Is je verblijf zinvol? Tot nu toe maakten we wel een voorbehoud. Nog te vroeg… Het gaat langzaam hier…. Toch valt het ons steeds gemakkelijker om ja te zeggen. Deels omdat we het aangaan. Ondanks alles wat niet gemakkelijk is, bedenken we steeds nieuwe wegen om ons verblijf hier zin te geven. Je boort iets aan in je zelf dat energie geeft. Hoe harder je moet zoeken, hoe meer voldoening het geeft als er iets hoopvols ontstaat.
Wat ons verblijf zeker de moeite waard maakt, zijn de mensen, ons sociale leven. In Ghana heb je veel contacten die zich beperken tot het groeten. Langzamerhand zijn er steeds meer mensen die ons op een of andere manier kennen. Ze groeten je altijd uitgebreid met een blij gezicht. Voor ons wel eens moeilijk, want wij kunnen donkere mensen niet altijd onderscheiden en herkennen:(. De kinderen van Ancilla roepen al van verre als ze me ergens zien met zoveel enthousiasme: Auntie Jennie!!! Daar word ik helemaal blij van.
Dan zijn er de mensen uit de buurt. Sakia onze buurvrouw, die de was voor ons doet, ons altijd welkom heet als we bij ons huis aankomen en die een oogje in het zeil houdt als we niet thuis zijn. Dochter Moesa en buurmeisje Faiza die graag komen kleuren en schrijven op onze veranda. Chakif van 2 jaar – in het begin zo bang van ons en ons nu stralend begroet. Buurman Takki, die graag een praatje maakt. De dochter van onze achterburen, Ramiza, die erg geïnteresseerd is in Nederland en altijd komt groeten.
We hebben natuurlijke onze collega-VSO-ers. In Wa woont sinds kort Bob, een gezellige Canadees van onze leeftijd. Bob en Bas laten de biertjes goed smaken in de Green Beam op vrijdag! Lekker lachen en serieuze discussies. Onze grote vriendin is Adrienne, 40 km verderop, maar gelukkig weten we elkaar altijd te vinden. Samen aangekomen voor 2 jaar en wederzijdse steun en toeverlaat. Dan is er gastvrije Abbie, 100km van hier, een jonge Amerikaanse die we bewonderen om haar vasthoudendheid om er iets van te maken. Nu zijn er weer nieuwe volunteers en anderen hebben we al uitgezwaaid. Het voelt vreemd, de wegen kruisen en daarna gaat ieder weer zijns weegs.
In Wa zit een Nederlandse “kolonie”: Erik en zijn stagiaires van Child Support, een opvang voor kinderen, straatmeiden en zieken. Op zondagavond gaan we regelmatig eten in het beste restaurant van Wa (2 sterren!!), heerlijk om even ongecompliceerd Nederlands te praten. Het zijn ook liefhebbers van Wa All Stars, de plaatselijke voetbal club, dus morgenmiddag staat Bas… op de VIP-tribune (= de schaduwkant).
Een paar keer per week komt Hassan even aanwaaien, radio verslaggever van Radio Upper West. De radio is erg belangrijk in de rurale gebieden. Ze maken veel programma’s die meningvormend zijn en mensen laten nadenken over hun situatie. Hassan weet heel veel over Ghana, de wereld, de historie, de politiek. Kan leuk vertellen en discussiëren. Hij is een echte Ghanees met een open menselijke kijk op gebeurtenissen. Je kunt hem alles vragen. Vanmiddag zijn we op bezoek geweest in zijn nieuwe huis waar hij ons hartverwarmend ontvangt met koffie en biscuits. Francis, de beheerder van het GES-guesthouse, waar we in het begin een week gelogeerd hebben en die ons blij wil maken met tiezet, prachtige grashoedjes en een smog voor Floris.
We hebben onze wekelijkse Wale-les met alleraardigste leraar Peter en Franse Emma, die hier 2 jaar vrijwilligerswerk doet in de rijst- bouw. We leren er veel over de locale taal en de Ghanese cultuur, die erg verweven zijn met elkaar. Collega Jelinge die ons uitnodigt in zijn nieuwe huis én om de naamgevingsceremonie van zijn jongste zoon bij te wonen. We kennen Jakubu, de beheerder van het teacher Resource Center, die trots zijn huis laat zien en met ons de toren van de moskee beklimt. Ismail en Sister Monica, gedreven gemotiveerde Ghanezen die echt iets willen verbeteren.
Dan zijn er de vaste verkoopsters/verkopers van water,fruit,groente, brood, eieren en sap enzovoorts. Ze weten al wat je wilt kopen en vragen: Green bananas?? Je krijgt vaak wat extra’s: een extra sinaasappel of een flesje tonic. Een handige marketing truc, maar de manier waarop ze dit met trots doen voor jou is bijzonder!! De meisjes van het naaiatelier die naar je zwaaien of je zelfs uitnodigen om fufu te eten.
Mensen ontmoeten is mooi.

16 oktober 2011

Ons fons

De blinde studenten van de bovenbouw van de middelbare school (Wa Secondary High School) krijgen binnenkort een training om een blindegeleide stok goed te leren gebruiken. Het merendeel van de 25 studenten hebben nog nooit training gehad met een white cane, zoals ze hier heten. De studenten zijn doorgaans al tussen de 20 en 25 jaar De meesten kunnen zich zo’n stok ook niet veroorloven (ongeveer 6 euro per stok!). Tja, dan kunnen ze niet meedoen met de training. Dat is wel hard, maar zo is het hier, de mensen moeten vaak accepteren dat het is zoals het is.
Dat voelde voor ons niet goed. In goed overleg met Ismail, de resource teacher van de blinde studenten, hebben we besloten om een deel van het fonds van familie, vrienden en collega’s – voortaan ons fons - in te zetten zodat iedereen die dat wil de kans krijgt om de stok goed te leren gebruiken. De voorwaarde is wel dat ze hem ook echt gaan gebruiken. Een deel van de studenten wil liever zo onopvallend mogelijk door het leven gaan en liever niet met zo’n stok lopen die duidelijk maakt wat er aan de hand is. Dat is een keuze die ze zelf moeten maken. Blinde mensen worden hier toch nog wel als minder gezien. Soms zelfs als eng, want het is misschien wel besmettelijk?!
Enkele studenten hebben al een stok, en dan komt weer een trekje van de Ghanese volksaard naar boven. Ze kunnen zich erg tekortgedaan voelen als ze niets krijgen. We hebben ervoor gekozen om deze studenten een pak braillepapier te geven met dezelfde waarde – ook belangrijk -, wat ze kunnen gebruiken voor hun aantekeningen en huiswerk.
Een ander Ghanees gebruik is dat een belangrijk persoon aanwezig is bij dit soort zaken. Ze houden van een officiële ceremonie met toespraken van de notabelen of chiefs. Op dinsdag 11 oktober kwam de headteacher, 1,5 uur na de afgesproken tijd – ook al zo’n Ghanese gewoonte – de stokken overhandigen. De headteacher, Ismail en de studenten bij monde van Ramon (met gele zonnebril) bedankten alle lieve mensen in Nederland voor de bijdrage om dit mogelijk te maken. Ik werd geacht ook een woordje te doen. Ik heb de hoop uitgesproken dat het hen een stukje vrijheid en zelfstandigheid geeft.

9 oktober 2011

Kobine festival in Lawra 4-6 oktober

Dat er een xylofoon festival in Lawra zou zijn omstreeks de oktobermaand was ons al vanaf het begin bekend. We waren ook steevast van plan om dat evenement te gaan bezoeken, wanneer het dan ook zal zijn.

Nu is het dan zo ver. Het feit dat we net in deze tijd onze werkzaamheden moeten uitstellen van onze baas de directeur maakt een bezoek alleen maar gemakkelijker. Een verzoek aan mij van het Teacher Resource Center in Lawra om hun computerroom wat op te schonen kan prima samen met het festivalbezoek. En uiteraard weten we ons altijd weer welkom in Abbie’s place, onze volunteercollega, op de campus van Lawra Secundary Highschool.

Lekker tochtje van 100 km op de motor er naar toe op woensdag. Heerlijk weer. We weten dat er wat venijnige stukjes dirtroad op ons wachten. Toch laat ik me met lage snelheid verrassen door een diepe kuil in de weg en tegen alle principes van een dirtbike in knijp ik mijn voorrem in en pats: daar lig ik op de zand- en rotsachtige bodem. Motor ok en ik enkele schaafwonden, een kapotte broek en een pijnlijke rug. De helm heeft erger voorkomen. We konden de reis gelukkig verder ontspannen afmaken.

Ik houd me deze dagen vooral met de computerroom bezig: er is veel werk te doen: 10 pc’s opnieuw installeren in een eenvoudig netwerkje. De beheerder vindt het geweldig dat ik er ben en samen hebben we 3 dagen enthousiast gewerkt, veel van elkaar geleerd en uitgewisseld.

Een drukte van belang op het festival dat zich voornamelijk op het grote veld van het jubileumpark afspeelt (elk dorp en stad in Ghana heeft een jubilee parc welke in 2007 zijn gemaakt t.g.v. het 50-jarig bestaan van Ghana). Het festival wordt georganiseerd om de oogsttijd te vieren die in dit jaargetijde plaatsvindt. Vooral de tweede dag zijn Jeannine en Abbie daar aanwezig. Bas volgt in de namiddag. Van 9 uur ’s ochtends tot 8 uur ’s avonds wisselen muziek dans en vooral speeches van hoogwaardigheidbekleders zich af. Bevoorrechten (waaronder wij) zitten onder schaduwrijke luifels, maar het gros van de mensen staat constant in de volle zon.
Wat blijft hangen zijn de mooi uitgedoste dansgroepen en het spontane, landurige dansen van grote groepen mensen op (xylofoon)muziek. En de uitvoering van de jacht met luide geweerschoten. En uiteraard Abbie’s place voor een relaxte avond, nacht en ochtend.

Op de terugweg naar Wa nog een vergadering van de VSO-volunteers in Jirapa (tussen Lawra en Wa) bezocht. Ik weet nu ook dat een Yamaha motor 2 olie-circuits heeft die allebei op peil gehouden moeten worden. En als je dat niet doet schijnt ie het ineens niet meer te doen (of ieder geval op een heel laag pitje). Nu dit nog even uitleggen aan onze mecanicien in Wa die onze motors onderhoudt….

30 september 2011

WERK & werk

Terwijl ik dit schrijf scan ik ondertussen een boek (History for Senior Secondary Highschool). Het boek ligt helemaal uit elkaar. Het “werk” is scannen, scans bewerken in Word, converteren, printen in Braille, perforeren, binden, labelen. Veel werk, maar ik heb wel het gevoel dat ik iets DOE. Dit werk valt onder een project om de blinde studenten te voorzien van de noodzakelijke studieboeken. Dit is werk wat ik zelf tegengekomen ben en heeft maar zijdelings met mijn WERK te maken.
Het wordt ook tijd dat we eens iets melden over ons WERK op GES (Ghana Eucation Service). Dat is een proces dat heel langzaam opgebouwd moet worden. We hebben nu een beetje een idee hoe het hier werkt. Het wordt tijd dat er meer duidelijkheid komt over ons werk en de doelen die we kunnen stellen. Bas heeft een mooi ICT-plan geschreven voor de hele regio, waarmee ICT (computers, onderhoud en training) duurzaam op de kaart komt. Jeannine heeft workshops gegeven met Newsletter over Inclusief Onderwijs. En nu naar de districten.
We moeten wachten! Piepjes van de scannersoftware wijzen mij erop dat de scanner niet wil wachten. Het Regionaal kantoor wordt gereorganiseerd. Er wordt volgens Director teveel niks gedaan. Wij zijn het daarmee eens. Dus verandering is prima. Er worden units gemaakt, zo heeft Director ons verteld en dan worden wij aan een unit toegewezen en dan wordt het allemaal duidelijk. Er moeten jaarplannen en actieplannen komen voor alle units, klinkt goed! Later komen er ook budgetten voor ons. We willen het allemaal graag geloven. Maar wachten is wel zonde van onze tijd! Gelukkig hebben we nog werk, zijn er altijd computers die het niet doen en ontplooien we wat eigen initiatieven.
Daarnaast zijn we met VSO Ghana aan de slag om de zorg voor en support van volunteers te verbeteren. Er zijn heel wat vrijwilligers die vastlopen. Zonde van inzet, motivatie en kennis. We hebben deze week een gesprek gehad met de VSO Program Manager voor Education. Een luisterend oor, alles opgeschreven –sorry, even scannen….- maar wat gebeurt er daarna, dat is altijd al het probleem. Wij hebben het ook maar voor de zekerheid opgeschreven, om er op terug te kunnen komen. Alle zorgen hebben we benoemd: gebrek aan communicatie, gebrek aan informatie, geen alerte reacties op zorgen van vrijwilligers, geen duidelijkheid over beleid, volunteers werken heel solitair, geen overdracht, geen duidelijke afspraken met partnerorganisaties, nou ja noem maar op. Bij VSO Ghana is er dus ook werk aan de winkel. Wij zijn zo ver weg, zeggen ze op het VSO-kantoor. Nee, wij zitten ver weg en jullie moeten doen wat nodig is om de inzet van vrijwilligers tot een succes te maken.
Nee, het valt soms niet mee. Ja, we gaan er ervoor. Ja, Ghana is een bijzonder land. Ja, de Ghanezen zijn erg aardig. Ja, het is een uitdaging die we toch maar aangegaan zijn…….

12 september 2011

Weer

Weer in Ghana. Weer aan het werk. De vakantie zit er weer op. In Breda heeft zelfs de herfst alweer een beetje zijn intrede gedaan. Hier kunnen ze ook wat van weer. Veel mensen vragen er naar. Hoe warm is het nu, hoe zit dat met de regentijd, slapen jullie onder een deken, nou noem maar op.
Dus even een stukje aardrijkskunde en weerkunde (Hilke, hopelijk klopt het allemaal).
Het Ghanese klimaat is tropisch en de temperaturen schommelen overdag vrijwel het gehele jaar tussen de 27° en 43° graden Celsius. Het noorden is warmer dan het zuiden, maar vanwege de lage luchtvochtigheid in het noorden is de warmte daar beter te verdragen. Zoals de meesten weten zitten wij in het Noord-Westen van Ghana. Meer dan 40 graden is het hier van maart tot juni, dat viel als start van ons verblijf in Ghana toch niet mee. Wellicht dat het volgend jaar beter te verdragen is omdat we dan wat meer gewend zijn (hopen we). Nu is het overdag eind 20, begin 30 graden en door de vocht toch nog steeds veel zweten. We slapen zonder deken, soms pakken we er in de 2e helft van de nacht een laken bij, maar wel onder het muskietennet. In deze periode steken de muggen vaak en heerst er veel malaria. De DEET werkt niet zo goed als wij zouden willen, maar we doen ons best om niet gestoken te worden. We nemen ook trouw onze anti-malaria-pillen, want malaria krijgen zo ver van goede verzorging willen we voorkomen.
Het West-Afrikaanse klimaat kent twee seizoenen: het droge en het regenseizoen. De echte regens beginnen in mei en duren tot ongeveer oktober. Zo’n bui wordt vaak vergezeld van onweer en soms hevige stormen. Een filmpje (Regenbuitje in Wa) laat zien wat er met ons pad voor de deur gebeurt….Het heeft nog nooit heel de dag geregend, maar misschien komt dat nog. Het droge seizoen loopt van november t/m april. Vooral in het noorden is het droge seizoen ook echte ‘droog’, dat houdt in dat er maanden lang geen spat regen valt. Het zuiden is onder invloed van de oceaan veel vochtiger en hoewel er wel een overduidelijk verschil tussen de twee seizoenen, kan er het gehele jaar regen vallen. Dit is ook te zien aan de vegetatie. Het zuiden kent tropische wouden, terwijl het noorden is begroeid met savannebos dat in het regenseizoen groen en in het droge seizoen bruin is. Het is prachtig om te zien hoe de kale bruine vlaktes aan het begin van de regentijd in mum van tijd groen kleuren. Alle land is nu begroeid met mais, bonen, pompoenen etc.
Het Ghanese klimaat kent nog een derde factor die het weerbeeld sterk bepaalt: De Harmattan. Dit is de droge en stoffige wind vanuit de Sahara, die rond eind november de kop opsteekt en tot medio februari aanhoudt. Vooral het noorden wordt hierdoor sterk beïnvloed. Overdag is het warm, uitermate droog en stoffig. ’s Nachts kan het daarentegen behoorlijk afkoelen tot even beneden de 20° C ( we hebben 2 dekentjes van Turkish Airlines in huis als het nodig mocht zijn..) De stof schijnt enorm te zijn, dan moet er dagelijks geveegd worden………

Filmpjes: klik op een filmpje, dan op het logootje van youtube en dan kom je in een overzicht van nu 11 filmpjes.

20 augustus 2011

11 augustus 2011

Tour door Ghana

Op 1 Augustus vertrekken we met Pieter en Marijke voor een tocht langs mooie plekken in Ghana. We hebben 2 weken de tijd. We moeten keuzes maken. We blijven 1 nacht in Het Hand in Hand project in Nkoranza, waar we onder de indruk zijn van de bezieling waarmee mensen werken en de weldadige omgeving die er gemaakt is voor 80 geestelijk en/of lichamelijk gehandicapte kinderen. Dan naar de stad Kumasi. De markt is een belevenis, dat kun je met geen woorden beschrijven, volgens P&M. Op woensdag 4 Augustus komt Frances, onze driver/guide ons in zijn rode Toyota ophalen om naar Lake Bosumtwe te gaan, een kraterachtig meer, ontstaan door een meteorietinslag. We wandelen langs bananen en cacaoplantages. We bezoeken een bomentuin met prachtige bomen en een oude gebedsplaats (shrine) van de Ashanti's. Dan naar Atimpoku aan de Voltarivier, vlakbij de Akosombodam, die de elektriciteit opwekt voor heel Ghana. Frances rijdt naar een Monkey Sanctuary in Tafi Atome, waar de Mona-apen in 4 grote groepen van elk 80 apen leven. De gids roept hen en de meegebrachte bananen komen ze uit onze hand opeten. We bezoeken de beads-industrie, waar kralen van glas worden gemaakt. Kralen nemen in de Ashanti-cultuur een belangrijke plaats in. Een hoogtepunt is ons verblijf in Liate Wote, een dorp aan de voet van Mount Afadjato. We beklimmen de berg, maar we maken vooral kennis met het leven in een Ghanees dorp in al zijn facetten. We worden betrokken bij het bereiden van de maaltijd, Bas verliest met dammen van Denis (12 jaar), we luisteren naar een story-teller, we bezoeken een mushroom plantage en een palmwijnbrewery, we eten er heerlijk Ghanees met veel palmolie die onze ingewanden op de proef stelt en het meisje Dyna zingt en danst voor ons. Het dorp is erg netjes, de chief roept de mensen via een omroeper op tot een schoonmaakdag. We slapen in een community-guesthouse, eenvoudig, het dorp profiteert van de opbrengst. Een leuke ervaring! We blijven nog een nacht in de bergen van de Volta-region vlakbij Biakpa: Mountain Paradise is de naam. We lopen/klauteren langs een schilderachtig voetpad naar de top van Mount Gemi en worden beloond met een prachtig uitzicht. 's Avonds is het er zo fris, dat we - voor het eerst in Afrika - onze truien nodig hebben. Er zijn geen mosquito's, dat is weer een voordeel. De volgende dag naar een kente-weaving dorp, een van de belangrijke activiteiten in bepaalde delen van Ghana. In de patronen worden symbolische afbeeldingen verwerkt. Hele dorpen werken er aan, inclusief de kinderen.
We bezoeken een oud Deens fort aan de kust bij Keta, het slavenverleden blijft indrukwekkend. Vandaag op weg naar de kust ten westen van Accra, waar we afscheid nemen van Frances, een prima gids en chauffeur. Nog een paar dagen aan de kust, waar we ook Nederlands verleden in Elmina zullen bezoeken. Maar we gaan ook lezen en luieren, reken maar!

30 juli 2011

Pieter, Marijke, olifanten en hippo's

Op donderdag 21 juli zien we Pieter en Marijke in Wa uit de bus stappen. Heel bijzonder! Zo vreemd om ze hier te zien, maar ook zo vertrouwd. We gaan met hen op scholenbezoek en dat is erg leuk en indrukwekkend voor de verse Nederlanders. We kletsen heerlijk bij. Bas en ik werken nog wat en zij amuseren zich met het bezoeken van de markt, een tochtje naar een moskee in Nakoré, het GES-kantoor wordt bezocht, de lokale spots voor een biertje, lokaal eten wordt genuttigd in Alems en allerlei visite in ons huis, waardoor zij een beeld krijgen hoe het er hier in Wa toegaat. We hebben Mole-park (nog een keer) bezocht en het was weer erg de moeite waard. Deze keer oog in oog gestaan met een groep van 12 olifanten. Nieuw voor ons allemaal was het Hippo-Sanctuary in Wechiau aan de Black Volta River. Echt een belevenis, achter op de motor, de primitieve lodge met gids Bom, het drinken van Chinese thee bij een locale familie, de verhalen van Bom in de donkere Afrikaanse nacht, het nachtelijk zweten, de muggen en de kanotocht naar de hippo's. Best spannend want er waren ons best heftige verhalen verteld over een hippo die achter bezoekers aanging.
Maandag vertrekken we voor een rondreis met zijn vieren door Ghana. We hebben er heel veel zin in.

22 juli 2011

Blijde gebeurtenissen in Breda en in Wa......

Op 20 Juli 2011 heeft onze zoon Jaap samen met zijn Caat een zoon gekregen, die zij de mooie naam Floris hebben gegeven. We moeten nog even wachten voordat we hem kunnen vasthouden. Maar de moderne middelen bieden ons volop mogelijkheden om te genieten van het geluk van het nieuwe gezinnetje. Wij zijn trots en dankbaar.
Op de dag van Floris' geboorte waren we uitgenodigd voor een naamgevingsceremonie van de zoon van een - islamitische- collega, die een week geleden is geboren. Het was bijzonder om te ervaren hoe verschillend een gebeurtenis als een geboorte wordt beleefd en gevierd.
Tijdens de zwangerschap wordt er eigenlijk niet over gepraat. Pas een maand geleden kregen we te horen dat er binnenkort een kindje geboren zou worden. Het is niet gebruikelijk te vragen naar de uitgerekende datum. Gelukkig is het in Ghana nu zo, dat alle vrouwen gratis kunnen bevallen in het ziekenhuis. Maar desondanks is de sterfte van vrouwen en kinderen tijdens de zwangerschap en bevalling nog hoog. De bevalling is niet het belangrijkste moment, maar de naamgevingsceremonie, die wordt geleid door de senior brother van de vader. Hij bepaalt ook de naam. Er zijn allemaal belangrijke mensen aanwezig: de chief van de community, religieuze leiders, mensen uit de buurt, vrienden en collega's van de vader en Bas en Jeannine. Alle aanwezige clans worden genoemd en ook wij werden genoemd als vertegenwoordigers van de blanken!! Allemaal mannen en één vrouw (Jeannine). De moeder was er niet bij, de vrouwen bereidden thuis het eten. De schoolgaande kinderen uit het gezin waren gewoon naar school.
Het kindje werd gewassen en geschoren (haartjes op zijn hoofd), helemaal onder het sop, stevig afgedroogd, niet te flauw, in de lucht gegooid door een oudere vrouw en de senior brother.
Er werd gebeden en gezongen tijdens de ceremonie, maar men deed ook veel symbolische handelingen met snoepjes en munten geven aan belangrijke mensen. Er werden veel goede wensen uitgesproken. Het jongetje heet Baktampa ( een symbolische naam: chief van de buurt) en de andere naam is Maensui (of zoiets). We mochten veel foto's nemen omdat onze collega blij was met de foto's.
De moeder zag er prachtig uit, het andere zoontje dat erg bang was voor Bas hebben we proberen te sussen met een bellenblaas. Een hele ervaring. We kregen nog wat vlees mee naar huis. Prachtig dat deze blijde gebeurtenissen zo mooi samenvielen!

18 juli 2011

Komkommertijd (haar)

Het is vakantie in Nederland (midden en zuid in elk geval). Iedereen probeert de regen te ontvluchten, begrijpen wij. Hier regent het op dit moment pijpenstelen. Maar de zon zal zich zeker ook weer laten zien, dat is het verschil....
In deze tijd een luchtig berichtje over haar. De Afrikaanse vrouwen zijn graag mooi en besteden veel tijd aan hun uiterlijk en ook aan hun haar. Ze vinden hun kroeshaar meestal niet mooi en proberen het glad te krijgen of maken gebruik van extensions (ingevlochten nep-haar). Veel vrouwen zetten een pruik op met glad glanzend haar of golvende krullen. Het invlechten is een heel karwei. Je ziet 2 of 3 vrouwen werken aan een hoofd en het duurt uren voordat het klaar is. Er wordt ook gekleurd haar ingevlochten. Een paar voorbeelden zie je op de foto's.
Jonge meisjes hebben tot een jaar of 16 heel kort haar, ook uit oogpunt van hygiëne. Je ziet nog wel eens een peuter met allemaal kleine strikjes of vlechtjes, maar daarna is het gewoon kort. Jongens en mannen hebben beebop haar, kroeshaar a la Boney M is echt not done. Je ziet ook wel mannen met rasta haar (reggae is hier erg populair).
De hoofddoeken zijn ook prachtig, zo nonchalant gedrapeerd, vaak passend bij de jurk.
Er zijn veel kleine kapper-bedrijfjes, maar steil grijs haar, daar durven ze niet aan te beginnen!! Wie zijn wij om te zeggen dat eigen haar toch mooier is??!

6 juli 2011

Een paar dagen Accra

Bas heeft zijn kies afgebroken op een steentje in de rijst. Hem wordt geadviseerd dit in Accra te laten repareren. We maken er een lang weekendje Accra van, temeer omdat vrijdag 1 juli een vrije dag is in Ghana: Republic Day. Op 1 Juli 1960 werd Ghana uitgeroepen tot een republiek.
We verblijven bij 2 Britse VSO vrijwilligers waarmee we in februari zijn aangekomen: Adele en Irene. Dank voor zoveel gastvrijheid en gezelligheid! We merken dat het onderlinge contact tussen de volunteers veel meer is dan wij in Wa gewend zijn. Er zijn minder vrijwilligers in de Upper West en die wonen ver van elkaar af, het is niet anders. Ze wonen in een betere buurt van Accra op een bovenverdieping. Het is een kantorenbuurt, met een levendige handel en winkeltjes. De straat wordt als sluiproute gebruikt om de drukke Ring Road te ontwijken met veel toeterende taxi's, maar dat went, net als de huilende kindertjes van de ernaast gelegen creche.
Het meest voor de hand liggende vervoermiddel is de tro-tro, de meestal gammele busjes die we ook in Wa hebben, maar het gaat er hectisch aan toe om een plaatsje te bemachtigen. Het voordringen lukt ons niet zo goed en dus blijven wij vaak buiten staan. Dan maar de taxi, maar ook dan is het een klus om een redelijk bedrag te vragen: 3 of 4 cedi is de max volgens de Accra-vrijwilligers, maar de chauffeurs proberen ons wel uit.
Op de eerste dagen verkennen we Accra te voet, dan zie je het meest. We lopen langs de Makola-markt, een mooie markt waar de meeste stalletjes er netjes geordend uitzien, ondanks de beperkte ruimte die ze hebben. Er is meer vis en grote slakken (ieks!). We lopen naar de kust en verkennen het gebied James Town met de forten uit de tijd van de goud- en slavenhandel. Een van de forten kun je bezoeken: Fort Ussher (door Nederlanders gebouwd) en er is een klein slavenmuseum. Het strand is chaotisch en er zijn erg arme huisjes/krotten tegenaan gebouwd, waar vaak de vissers wonen die in kleine bootjes vissen. We bezoeken op de terugweg het Nkrumah Memorial, met tombe en museum over zijn leven. Kwame Nkrumah was de eerste premier van het land en de charismatische leider van de pan-Afrikaanse beweging.
We gaan KOPEN in Oxfordstreet, de koopstraat van Accra: lekkere kaas, cashewnotenpasta, meergranenbrood, een smoothie als lunch, een pc-stofzuiger en cd's, een kleine oven en een printer.'s Avonds eten we spinazie met vissticks als luxe maal, kun je nagaan! We zijn overweldigd door wat er te koop is en wat het kost. Er zijn veel internationale restaurantjes: wij beperken het tot een pizza (2 voor de prijs van 1) en een Libanees restaurantje waar ik eens lekker vegetarisch kan eten (vegetable soup + falafel-plate). Het verkeer loopt geregeld vast, zoveel auto's en taxi's (die toeteren als ze een blanke zien, ik blijft ervan schrikken). Wa heeft veel meer motorbikes, veel minder auto's én wel veel los lopende schapen en geiten. De tandarts is best spannend, want we weten niet wat te verwachten: volgens Bas is het vergelijkbaar met Nederland en de kies is netjes gerepareerd en de rekening gaat naar VSO, goed geregeld dus!
Op de laatste dag hebben we een afspraak met de VSO Education Programma Manager Dora Amoah-Bentil, geen zus van Matthew! We hebben haar nog niet ontmoet (!) en we hebben wel wat zorgen over het werk en over de werkwijze van VSO. We hebben het goed voorbereid, maar we weten ook dat we met elkaar verder moeten, dus we proberen het constructief aan te pakken. Of het gesprek iets op zal leveren..... We kunnen alleen maar zeggen wat ons dwars zit, dat geeft lucht. Sommige zaken neemt ze mee in overleg, ze geeft wat tips én ze zegt dat verandering tijd nodig heeft (en dat wisten we al). Gelukkig sluiten we ons bezoek af met een biertje (s) met volunteers Jacky en Daniëlle in een leuke spot (zoals ze dat hier noemen) en een lekkere maaltijd met tonijn-rijstsalade met Adele. We kijken uit naar hun komst naar Wa!
Tenslotte de reis. Om 9 uur pm op het busstation van O&A, een wat nieuwere busmaatschappij met wat betere bussen en hogere tarieven. We zorgen dat onze eerder gekochte tickets worden omgezet in plaatsbewijzen. De tas en oven moeten begeleid worden totdat ze veilig onderin de bus staan, dat duurt even, maar je moet erbij blijven! Bas regelt een mok koffie bij aardige vrouwen (natuurlijk), dat zijn van die leuke ontmoetingen. De gehandicapte jongens die vragen om... zo schrijnend. Waar hebben we het dan over? We vertrekken een klein uur te laat, tegen 11-en. De reis duurt ruim 11 uur, met 2x een korte stop. Ik drink niet om niet naar de wc te hoeven (geen uitleg nodig denk ik). Het blijft een klus. De Ghanezen wensen ons altijd een veilige reis en dat geeft ons juist een onveilig gevoel. De stoel van Bas die niet kan worden versteld, de hobbelige weg tussen Accra en Kumasi en de biertjes vooraf maken dat hij nu uitgeteld op de bank ligt te slapen. Ik heb wel redelijk geslapen en kan jullie een beetje bijpraten over ons Accra-weekend. We zijn weer veilig thuis!

28 juni 2011

Workshops

Iedereen op ons kantoor gaat naar workshops. Die duren soms een maar meestal meerdere dagen. In Kumasi, Tamale of Accra. Reizen en ergens overnachten is geen enkel probleem. Organisaties nodigen elkaar uit voor allerlei workshops. Bij onze collega's is het wel een paar keer per maand raak. Daarna moeten ze rapporteren aan de directeur. Op welke manier de opgedane kennis nu gebruikt wordt voor het werk is ons niet duidelijk. Het is een eigen leven gaan leiden, zonder verbinding met waar het voor bedoeld is, lijkt het. Heb je veel workshops dan ben je goed bezig. Je krijgt ook nog een onkostenvergoeding voor reiskosten en eten, dat maakt het heéél aantrekkelijk.
Nu heb ik vandaag mijn eerste workshop gegeven (van 2,5 uur, valt dus wel mee).Een van mijn taken is het creëren van awareness voor inclusie (= alle mensen/kinderen doen mee). Het is belangrijk dat veel mensen op allerlei niveaus zich bewust zijn van het feit dat er nog steeds veel mensen worden buitengesloten. Als je er weet van hebt, valt het je op -hopelijk- en dan is er misschien actie mogelijk.
Ik heb een korte film gebruikt Young Voices, waarin jonge mensen uit Tanzania en Uganda vertellen over wat inclusie voor hen betekent. Zoveel mooie momenten, een doof meisje dat vertelt dat haar ouders nu trots op haar zijn omdat ze naar school gaat en kan leren. De film maakte indruk! Ik heb een powerpoint presentatie gemaakt en veel actieve werkvormen gebruikt. Mijn ervaring met structureel coöperatief leren kwam me goed van pas. Iedereen betrokken en enthousiast, ja super! De directeur had me ondersteund met minerals en biscuits voor de aanwezigen, dat vinden ze hier belangrijk. Tevreden ben ik, over 2 weken nog een keer. Misschien later de districten in.

17 juni 2011

Bayor

Bayor is een leerling van Wadeaf, de school voor dove leerlingen. Hij is een slimme jongen, maar hij heeft alleen een oude, zwakke vader, die geen geld had om hem door te laten leren. Bayor heeft toen 2 jaar thuisgezeten. Daarna is hij teruggekomen op de beroepsopleiding van Wadeaf om voor timmerman te leren. Hij doet dat naar volle tevredenheid van hemzelf en zijn leraren. Hij is erg serieus met zijn vak bezig. Samen met Bayor en zijn vakleerkracht hebben we van het fonds - waarvoor vrienden, familie en collega's zo gul gegeven hebben - een basisset timmermangereedschap gekocht ter waarde van 134,38 euro. Hierdoor is hij in staat in zijn dorp als timmerman te beginnen. Nu gaat hij nog een kist timmeren (met slot!) om het gereedschap goed in te kunnen bewaren. Het geld voor het hout en de sloten hebben we hem ook toegezegd. Namens Bayor allemaal bedankt!

12 juni 2011

Wakatidi, you’re invited!

Ghanezen hebben een simpele, maar pittige keuken, die erg bewerkelijk is voor de vrouwen, want die koken altijd. Het merendeel van de maaltijden bestaat uit goedgekruide stoofpotten of soepen met rijst of gekookte yams, bangku, kenkey, fofu of tiezet, allemaal soorten meelballen, oneerbiedig gezegd. De ingrediënten van de stews /soups zijn bonen en/of okra (slijmerige groene groente), vis of kip, blad van de bonenplant of ander groen en groundnuts. Ze houden van kruiden en van pittig: cayennepeper, curry, gember, knoflook, uien and chilipepers.
Ze hebben de gewoonte om niet thuis aan tafel te eten, maar overal waar ze zijn, vaak buiten op de grond of op een trapje of krukje. Ze zeggen dan: you’re invited, maar het is niet de bedoeling dat je mee-eet, het is alleen voor de vorm. Ze kopen eten in een stalletje voor minder dan een euro per maaltijd: veel koolhydraten, een beetje vlees (met bot) en weinig groente. Vlees is meestal kip of vis, maar soms ook geit en zelfs ....hond (sorry Marthe). Het eten krijg je mee in een zwart plastic zakje. Daar eten ze dan ook uit. Met de rechterhand. Je plukt een stukje fufu of tiezet, doopt dat in de soep of stew en slurpt het naar binnen, nadat je van tevoren je hand hebt gewassen in water. Eten is doorgaans geen sociale bezigheid. Het is bewerkelijk om het te maken. Bijvoorbeeld het stampen van de yam duurt 45 minuten, en dat is intensief . Van de buren kregen we vanmiddag fufu met een light ( very hot) soup. Wij zaten binnen te smikkelen en zij zaten buiten allemaal op een apart plaatsje te eten. Vanavond bij Francis( van het GES guesthouse, waar wij 1 week hebben doorgebracht toen we nog geen huisje hadden) tiezet gaan eten, met soup van bree (bladeren) en een ondefinieerbaar soort vlees. Het was lekker! Ik heb het vlees weggegeven, Bas heeft het geprobeerd, het viel toch niet mee voor een vleeseter die net geleerd heeft een kip te ontleden.
Om als vegetariër te overleven heb ik tofu laten maken. Nu heb ik 30 porties tofu in de vriezer. Dus voorlopig genoeg eiwitten. Wij koken meestal een beetje a la thuis: spaghetti met tonijn uit blik, macaroni idem, panpizza, groente-rijst-sausje, noedels met groenten, omelet, rijst met bonen, soep-pannenkoeken, gebakken yam (aardig alternatief voor gebakken aardappels). De groentes die we hier kopen: tomaat, uit, paprika, kleine aubergientjes (geel), komkommer (zonder EHEC), wortels en sperzieboontjes in beperkte hoeveelheden (erg duur), kool, avocado’s, erwtjes en bonen in tomatensaus uit blik en we genieten zelfs van champignons uit blik (nooit gedacht!). Op dit moment zijn groenten schaarser, het verbouwen van gewassen is met het regenseizoen begonnen, dus over een tijdje....
In Ghana is water drinken erg gewoon, je biedt een bezoeker ook altijd water aan. Koffie, dat kennen ze niet, het is dan ook allemaal Nescafe, en eerlijk gezegd, dat is ook geen echte koffie, toch? Bier is hier gewoon bier, maar de Ghanezen drinken meestal malt Guiness (veel moslims hier). Lokaal wordt er pitoe gedronken een licht alcoholisch zelf gebrouwen drankje, wij hebben het nog niet aangedurfd, onze darmen?!? Wij eten ’s morgens meestal havermoutpap, die nog steeds niet verveelt, is erg voedzaam en vult goed. ’s Middags eten we meestal witbrood (helaas) met een eitje, le vache qui rit, tomaatje, jam, pasta, groundnutpasta en soms een knakworstje voor Bas en een avocado voor mij. Ineens is onze bakker om de hoek gestopt met bruinbrood, dat is balen. Nu moeten we een eindje rijden met de fiets, maar het is het ons waard. In Ghana houden ze niet zo van brood.
In een pakketje van Pieter en Marijke zaten lekkere verwendingen: wat kan Parmezaanse kaas toch lekker zijn. We zijn toch wel echte gewoontedieren: we missen onze kaas!

1 juni 2011

werken = spelen

Ancilla Playhouse is een peuter/kleuterschool met 7 groepen. Ik werk in de 4 Nursery-groepen (van 3 en 4 jaar) met 45 tot 55 kinderen in elke groep. Voor ons onvoorstelbaar hoe je daar goed kan werken. De leerkrachten zijn niet geschoold. Ze doen erg hun best. In overleg met sister Monica, de directrice, probeer ik het leeraanbod en het klassenmanagement te verbeteren. Ze zitten heel de dag of spelen buiten. Deze school heeft best veel materiaal (gehad), als je het vergelijkt met met andere scholen. Maar het materiaal wordt onvoldoende gecontroleerd en verdwijnt in de broekzakken van de kinderen of het raakt kwijt. Niets blijft heel. Water naar de zee dragen dus.
Nu zijn we gestart met een plan om te werken in kleine groepjes. In groepjes van 10-12 kinderen gaan we op een rustige plaats buiten de klas werken: elke dag een andere activiteit: constructiemateriaal, teken-schrijfoefeningen, zand, puzzels en voorlezen/zingen/dans. Het gaat vooral om vrij spelen en hier en daar wat sturen en complimentjes geven. De leerkracht neemt zich één doel voor om de kinderen die dag te leren: bijvoorbeeld een nieuw rijmpje of een toren van 5 blokken. Na 30 minuten wisselen we van groep, zodat elk kind die dag aan de beurt komt. We leren ze ook opruimen.
Vandaag was de eerste keer! Het was enorm leuk, de kinderen speelden rustig, ze hoefden nu niet te vechten om een blokje (er was nu genoeg) en de leerkracht had tijd om wat te sturen, te vragen en te observeren. Volgende week zand!

27 mei 2011

Het wordt tijd....

voor een positief bericht. Snel het gekwakkel een stukje laten zakken. We voelen ons goed. Wel wat afgeslankt, maar het misstaat zeker niet! Schoon water, zo belangrijk, dat weten we nu zeker!
Over mijn werk kan ik zeker ook positieve berichten laten horen. Niet dat het nu duidelijk is, maar ik zoek mijn eigen weg en dat voelt erg goed. Ik heb 2 projecten, waartoe ik zelf het initiatief heb genomen. Op een middelbare school zit ook een groep blinde studenten. Inclusief onderwijs dus. Maar, ja er is een maar, ze hebben maar beperkte hulpmiddelen, ze kunnen niet altijd over studieboeken beschikken omdat die niet in braille zijn. Alles wordt door 1 leraar geconverteerd, een heidens karwei: eerst scannen, dan alle fouten van het scannen eruit, dan converteren op de pc (snel!) en dan printen. Een boek van 200 pagina's wordt een braille boek van meer dan 400 pagina's, een stapel braillepapieren van zo'n 80 cm!! Ik help hierbij. Daarnaast heb ik contact met de studenten en ga een project opzetten om de contacten met de ziende studenten te verbeteren. De acceptatie is niet zo groot. Er is weinig hulp van ziende studenten. De blinde studenten gaan na de gezamenlijke les meteen terug naar hun eigen vertrouwde klas. Het is zelfs zo dat veel mensen nog denken dat de omgang met blinden minderwaardig is en soms ook besmettelijk! Werk genoeg dus. Ik ben blij dat ik wat DOE!
Op een peuter/kleuterschool begeleid ik de leerkrachten in een project om te leren werken in kleine groepjes. Erg leuk om te doen. Daarnaast doe ik tussendoor wat activiteiten om model te zijn voor gewenst leerkrachtgedrag. Vandaag heb ik hoedjes van papier gevouwen (en erbij gezongen 1-2-3-4, hoedje....), de leerkrachten vonden het net zo leuk als de leerlingen.
Opvallend dat het allebei onderwijsgebieden zijn waar ik geen ervaring mee heb, maar ik doe het gewoon. Daarnaast ben ik materiaal aan het verzamelen voor een workshop over inclusief onderwijs, eerst binnen mijn kantoor, later in de districten (wat verder weg op het platteland). Mensen moeten zich bewust worden dat er nog steeds veel kinderen zijn die niet naar school gaan, niet erbij horen. Als je zo naar het werkveld kijkt kun je eerder zien wat er werkelijk gebeurt en misschien actie ondernemen om alle kinderen erbij te betrekken. Als ik op kantoor geen afspraken meer heb, ga ik ook naar huis. Thuis werk ik net zo hard en wat comfortabeler (modern hè, thuiswerken, maar hier moet ik ze dat nog uitleggen, want ze vragen altijd aan Bas waar ik ben). Ik denk ook goed aan mijn gezondheid en daar hoort een dutje op de bank ook bij. Als ik afspraken maak komen ze vaak niet opdagen, dat kan dan weer wel. rare wereld hier!! Maar wel mooie ervaringen, op allerlei fronten.
Alle lieve mensen, bedankt voor jullie verjaardagswensen. Op een verjaardag zonder visite, zonder slingers, zonder taart, zonder kinderen, zonder cadeau (we hebben wel wat meubeltjes gekocht) dan maken lieve wensen en verjaardagsliedjes aan de telefoon erg veel goed.
Commentaar foto's: Vanochtend zoveel stralende gezichtjes gezien, maar als je een foto maakt, kijken ze ineens bloedserieus!!

8 mei 2011

Ziek en gezond

April is een kwakkelmaand voor ons. We voelen ons niet helemaal fit. Dan de een weer niks en dan de ander weer wat beter. Het gaat met ups en downs. Vooral maag en darmen zijn van streek en we raken gewicht kwijt. We proberen wat oplossingen te vinden nadat er geen bacteriën of wormen zijn geconstateerd. De oplossing moet te vinden zijn in ons voedsel, zeggen ze. We drinken ook ORS, een suiker-zout oplossing waarvan we het idee hebben dat dat ons wat energie teruggeeft. We slikken nu ook extra vitaminepillen Zolang we geen koorts hebben en we nog wat kunnen proberen doen we dat. We koken bijna altijd zelf en letten heel goed op. Uiteindelijk pakken we ons water aan. Tot nu toe filterden we het water uit onze kraan (van de polytank) en dronken het. Nu drinken we alleen gezuiverd water uit zakjes, wel van een bepaald merk (White Rock). Je bijt een puntje van het plastic af en perst het water in je mond. Af en toe wel een geknoei, we zijn nog niet zo handig. Het gefilterde water gebruiken we alleen als het ook gekookt wordt. De eerste resultaten zijn hoopgevend!! We voelen ons wat beter.
Het is belangrijk, ook voor het werk, om wat energie te hebben. Gezondheid is toch wel erg belangrijk. Vandaag zijn we op ziekenbezoek geweest in het ziekenhuis van Wa. Indrukwekkend. Collega volunteer Ruby uit de Filipijnen is opgenomen met een heftige malaria. Het ziekenhuis is zo’n 300 meter van ons vandaan, een uitgestrekt terrein met diverse afdelingen. Ruby ligt in de VIP-room van de vrouwenafdeling en we mogen haar ondanks dat het geen bezoektijd is bezoeken. Eerst moeten we een stuk over het terrein, dan door een afdeling vol met bedden vol patiënten aan weerszijden en dan is er Ruby in de airconditioned 1 persoonskamer met logeerbed voor een gast. Kosten per dag: 10 Ghana cedi = 5 euro. Als buitenlander krijg je vaak een voorkeursbehandeling en kun je vragen om de Cubaanse dokters(die hier werken), want anders wordt je geholpen door een Ghanese assistent en dat is toch wat anders. Het is niet te vergelijken met de ziekenhuishygiëne in Nederland. De patiënt moet ook zelf voor eten zorgen (of de familie) en moet ook zelf opdracht geven medicijnen te kopen, die voorgeschreven worden. Ze schrijven hier hele zakken voor. Ruby had ook verkeerde medicijnen gekregen. Bovendien had ze 2 medicijnen door elkaar geslikt waar 24 uur tussen moest zitten/ Ze was erg ziek geworden. Ze vertelde dat ze 45 graden koorts had gehad, maar wij twijfelen dan toch aan de thermometer, want volgens ons is dat onmogelijk. Nee je bent niet te benijden als je afhankelijk bent van het ziekenhuis.
Dus we werken eraan om daar weg te blijven. Een van die dingen is de malariaprofylaxe te slikken. Er gaan zoveel verhalen over malaria en malariatabletten. Veel volunteers stoppen met slikken omdat het de lever aan zou tasten. Er zijn ook veel volunteers die malaria krijgen. We hebben liever een wat minder functionerende lever dan de ellende van de malariabehandeling, dat is voor ons helder.
Bas is in april op onderzoek uit geweest voor zijn diabetes, zodat hij weet waar hij moet zijn als er iets aan de hand is. Voordat hij het wist zat hij in het “proces”: intake, gewicht en bloeddruk, gesprek bij de Cubaanse arts, prachtig mooi boekwerk als dossier en bloedtesten, een hele ervaring. Bas zijn suikerwaardes zijn supergoed, wat minder gewicht helpt erg goed, denken wij.
Proost, geniet van schoon helder water!!

28 april 2011

Uitblazen in Mole National park

Samen met Adrienne, onze collega volunteer uit het nabijgelegen Nadowli hebben we besloten dat we er eens helemaal uit moeten. Mole National Park wordt ons doel. We boeken kamers voor drie nachten in het Mole Motel dat in het park zelf ligt. We verzoeken schriftelijk bij onze directeur om de week na Pasen vrij te mogen zijn. De toestemming wordt met drie prachtige handtekeningen en een stempel gegeven. Paaszondag , na de paasmis van half zeven ’s ochtends (die tot bijna half negen duurde) hebben we alvast kaartjes voor de bus gekocht. ’s Avonds na een continental paasdiner in het Upland Hotel vroeg naar bed om ’s ochtends weer tegen vieren op te staan voor de bus van 5 uur. Deze vertrok uiteindelijk tegen zessen. Het moet echter gezegd dat we nog niet zo’n voorspelbaar rustige en voorspoedige busreis hebben gehad. Tegen 10 uur zijn we in Larabanga gearriveerd, wat zo’n 6 kilometer van ons motel afligt. De ontluikende toeristenindustrie van dit dorpje wordt gevormd door een groepje jonge mannen die ons nadrukkelijk verwelkomt en hun diensten aanbiedt: tochtje naar de moskee, zitje in het plaatselijk restaurant en zo mogelijk per gehuurde fiets of achterop de motor naar het motel? We drinken wat en wachten op de jeep die ons vanuit het motel komt ophalen.
Drie heerlijke dagen gehad. Mooie kamer met airco, welke vooral ’s middags zijn diensten bewees. Een wandelsafari in de vroege ochtenduren was het hoogtepunt van ons verblijf: we hadden de dag ervoor al olifanten gezien, maar nu konden we ze echt vanaf enkele tientallen meters afstand observeren. Prachtig! Verder allerlei soorten antilopen, waterbokken, wrattenzwijnen, nijlkrokodillen, bavianen en andere soorten apen. En prachtige vogels die zich goed lieten bekijken. Een jeepsafari en een bezoek aan het informatiecentrum (inclusief museumrondleiding en video-documentaire) maakten ook deel uit van ons actieve programma. Verder veel geluierd, gelezen, gegeten en gedronken. En uiteraard geprofiteerd van het aanwezige zwembad en van het prachtige uitzicht op de drinkplaatsen voor de eerder genoemde dieren. Onze verrekijkers hebben goede diensten bewezen! Voor Bas werden deze dagen bekroond met het zien van de wedstrijd Real Madrid – Barcelona samen met andere fanatieke Barca-suporters die genoten hebben van de twee goals van Messi en van de rode kaart voor trainer Mourinho.
Mole National Park is één van de bekendere bezienswaardigheden in Ghana. Als zodanig wordt het ook veelvuldig bezocht door bijna iedereen die als toerist, stagair of vrijwilliger in het land verblijft. Het was dan ook een bijzondere gewaarwording om weer eens in een meerderheid van blanke mensen te vertoeven en samen de toerist uit te hangen.
De Nederlandse overheid en SNV hebben zich tussen 2000 en 2008 nadrukkelijk bemoeid met het upgraden van het park. Dit wordt door de huidige medewerkers nog steeds erg gewaardeerd. Met een beetje goede wil wordt de weg vanuit Wa maar ook vanaf de andere kant vanuit Tamale dit jaar nog geasfalteerd. Nu is dat nog de al in een eerder verhaal beschreven slechtst begaanbare dirtroad van Ghana. Asfalt brengt meer toeristen en zowel dat als de verbeterde infrastructuur op zich zal de lokale ontwikkeling ten goede komen.

17 april 2011

Weekje motortraining in Bolgatanga

Op zaterdag 9 april vertrekken we naar Bolgatanga in de Upper East van Ghana voor een week motortraining. Je kunt van tevoren geen buskaartjes kopen. Omdat het net vakantie is en er veel studenten reizen is het om 4 uur ’s nachts een drukte van belang. Veel gedoe en boze mensen. Het ziet er niet naar uit dat we een kaartje zullen bemachtigen. Bas blijft stug, maar vriendelijk proberen. Om 6 uur lijkt het einde verhaal, geen zitplaatsen en geen staanplaatsen. Ik voel me nog niet helemaal lekker dus dat maakt het er niet beter op. Dan zijn er ineens 3 zitplaatsen in de bus naar Tamale en dan kunnen we met een omweg naar Bolga. Ook dat is nog een toer, want we moeten wisselen van plaats, maar uiteindelijk zijn we om 7 uur op weg. Na een uur op verharde weg beginnen we aan de dirt road, hotsen en botsen, via Larabanga (toegang tot Mole Natuurpark) naar Tamale, daar komen we om 1 uur aan en een uur later vertrekt een bomvolle trotro naar Bolga. Doodmoe zijn we. Jacky komt ons ophalen en met de laatste krachten gaan we in een taxi naar Sheena en Tony. We worden heel hartelijk ontvangen in hun prachtige tuin met mangoboom. We douchen, er wordt voor ons gekookt en we liggen om 9 uur in bed. De zondag is vrije dag en we genieten van de tuin, van het niks doen en het lezen. Vakantiegevoel.
Met wat onzekere gevoelens beginnen we maandag op een voetbalveld met de training: rondjes, rondjes en nog eens rondjes. Geen echte tips of aanwijzingen, maar al met al valt het mee. Nog bedankt Stewart, al je tips kwamen weer boven. Dus wie wil leren motorrijden: Stewart Rijopleiding in Prinsenbeek!! Het is bloedheet en we verstouwen heel wat water. De 2e dag is er wat meer variatie: ook achtjes en haarspeldbochten en naar de 3e versnelling. Tussendoor is het veel wachten op de trainers. Ze komen te laat of niet (begrafenis) en wij wachten in het VSO kantoor. Leuk om allerlei mensen te ontmoeten. De 3e dag is ons eerste uitje: Naar Bongo en Gawru flinke tocht met eerste kennismaking met het zand, het voelt ook wel als een overwinning. Prachtig om de omgeving van Bolga te leren kennen: prachtige dorpen met traditionele compoundhutten, de baobabs blijven immens en het landschap is rotsig ruig. Op donderdag hebben we de langste tocht: naar Paga en de krokodillenvijver aan de grens met Burkina Faso. Prachtige tocht maar erg vermoeiend. Op de terugweg 50 km in een uur over de weg, flink tempo en veel vrachtverkeer met rukwinden. De citytour laten we ’s middags aan ons voorbijgaan. Wel nog langs Damian voor een overleg over zijn werk als gender officer en bij Hannah eten we een bordje spaghetti. Erg leuk om haar weer te zien. Om 9 uur zijn we terug en weten niet hoe gauw we ons bed moeten opzoeken. Er zijn al heel de week problemen met het water, maar een bucket-douche is ook heerlijk verfrissend.
De laatste dag brengen we grotendeels door op het kantoor van de DVLA voor ons rijbewijs, wat een circus en bureaucratie, maar we waren voorbereid. 3 uur later staan we dan toch met een Ghanees rijbewijs buiten en vertrekken naar Tongo in grote hitte. Ook weer prachtige tocht waarvan Bas met zijn telefoon filmopnames maakt. Op de terugweg zijn we ineens met 2 trainers en Baba, onze VSO man en nog raken we Adrienne, Engelse VSO-volunteer, kwijt, die uiteindelijk Bas belt om te zeggen dat ze verdwaald is. We zijn ontstemd en laten dat ook merken. Dat vinden de Ghanezen niet leuk en kunnen daar moeilijk mee omgaan. We willen toch ons punt maken, dat we teveel hebben moeten wachten en dat het bizar is dat ze iemand kwijtraken.
Op de laatste avond nemen we Sheena en Tony mee uit eten als dank voor hun goede zorgen. Het biertje in de avondschemering op het bankje onder de mango zullen we niet gauw vergeten.
Om 3:15 in de nacht staan we op, om 4 uur zijn we op het busstation en om 6 uur vertrekt de bus naar Wa. Best vreemd, maar wel fijn om weer naar huis te gaan.

7 april 2011

Verjaardagsfeestje in Ghana

Al die lieve verjaardagsberichtjes voor Bas. Erg leuk dat jullie daar zo aan denken. Jullie maar denken dat wij op grootse Ghanese wijze deze heugelijke dag aan het vieren zijn. Al die lieve aandacht maakt veel goed voor Bas. Want ik heb dit jaar roet in het eten gegooid. Ik voelde me ziek en Bas voelde zich ook niet OK. Over de aard van deze ongemakken weiden we niet verder uit met het oog op deze feestelijke dag. Bovendien hadden we vandaag onze JIM (Joint Introduction Meeting). Alle belanghebbenden zitten bij elkaar (of dat was in elk geval de bedoeling) en maken ons kenbaar wat ze van ons verwachten en welke doelen we moeten nastreven, in elk geval dit eerste half jaar. Omdat er zoveel mensen uitgenodigd waren,zo’n 30 mensen voor ons alletwee, voelde ik me verplicht om het door te laten gaan. Als een dweil heb ik zo goed en zo kwaad als het ging me er doorheen geslagen. Het is hier gebruik voor de mensen om drinken snacks of lunch te regelen, afhankelijk van de tijd dat de meeting is. Het is heel bijzonder te zien dat het eten, in piepschuimbakjes wordt uitgedeeld en iedereen neemt het dan mee naar..... Wij zouden zeggen: zullen we nog gezellig samen eten als afsluiting, nou hier niet. Voor Bas was de meeting een stuk concreter dan voor mij. De scholen voor speciaal onderwijs hadden wel een afgezant gestuurd, maar geen leerkracht. Zij waren met name geïnteresseerd in het stukje support voor leermiddelen. Toen ik zei dat ik geen budget heb, reageerden ze verbaasd: je kwam toch voor support. Het geeft mij wel een dubbel gevoel, de motivatie om iets te veranderen als je niet met geld aankomt is niet altijd even groot.
Terug naar ons feestje: geen taart (die kun je hier niet krijgen en ik heb geen oven), geen visite, veel slapen, dat is wel effe anders dan we gewend zijn!! Gelukkig voel ik me na geslapen te hebben wat beter. Op de foto (die binnenkort op de blog staat) zie je het cadeau: een grote tafel. Het had een verrassing moeten zijn, maar zo kien als Bas is, hij had het al geraden. Het had nogal wat voeten in de aarde, want je moet naar een timmerman om hem te laten maken.
We maken er wel wat van, maar onze feestjes in Breda zijn leuker! Bas geeft aan het zingen via de telefoon erg te waarderen. Hij gaat nu zowaar een biertje pakken. PROOST!
Van zijn collega Jelinge kreeg hij een erg lief smsje. Wishing you a happy belated birthday. May you live to be hundred. May the best of everything you ask be yours. Happy Birthday.

1 april 2011

Meisjes moeten ook naar school

Een van de zaken waar ik me mee ga bezighouden is, dat meisjes ook naar school moeten om een toekomst op te kunnen bouwen. Dat lijkt vanzelfsprekend maar dat is het niet in Ghana. Naarmate je in meer traditionele streken komt, zoals de Upper West, is dat nog een probleem. Meisjes gaan toch trouwen. Als een meisje trouwt is ze van waarde voor de familie van haar man, haar eigen familie schiet er financieel niks mee op, Er is ook een economische reden: meisjes hebben nogal wat taken thuis en ze verdienen wat met verkoop van van alles. Dat valt ook weg als een meisje naar school gaat. In sommige gebieden wordt ook gedacht dat meisjes minder slim zijn. Als meisjes een opleiding krijgen en meer zelfvertrouwen ontwikkelen zullen ze niet meer zo snel toegeven aan een traditionele huwelijk. Dat vinden Ghanezen soms niet wenselijk.
In de kleutergroepen is de verhouding jongens-meisjes gelijk, aan het einde van de basisschool zitten er nog maar een paar meisjes in de klas. Veel jonge meisjes gaan ook van school als ze vroeg zwanger worden. Het vraagt veel steun van het gezin om te voorzien in de opvang van de baby en dat is niet altijd het geval. Zo hebben we een meisje ontmoet, die zwanger is geworden van de leraar (komt best wel voor) en door haar familie is uitgestoten. Dan zit je daar als tiener met een kind, uitzichtsloos.
Om dit te voorkomen zijn er een aantal jaren geleden girls clubs georganiseerd, buiten schooltijd met elkaar en onder begeleiding over allerlei thema’s met elkaar te praten, gezondheid en sexuele voorlichting staan op het program, samen zingen, sporten en vooral door te genieten. Dit heeft zeker resultaat gehad, maar op veel plaatsen zijn ze in het slop geraakt. Nu ontstaan er genderclubs, want jongens zijn ook welkom, wil je iets veranderen dan moeten jongens ook veranderen. Als het over meidenzaken gaat en als ze zich bazig gedragen, zijn ze welkom.
In Nadowli, 40 km van Wa, zijn de meisjesclubs nog erg actief, want ze hebben een sponsor. Een keer per jaar staat heel de week in het teken van het belang van onderwijs, vooral voor meisjes en worden alle zaken genoemd die dit kunnen verhinderen. Ik heb de afsluitende ceremonie bijgewoond. Eerst zijn de meiden met muziek zingend en demonstrerend door het dorp gelopen, daarna waren er speeches, voordrachten in de vorm van gedichten, drama en dans. Het was echt een belevenis. Alle kinderen van de school eromheen. Ze schoven telkens dichterbij, waardoor we helemaal ingesloten raakten. Mooi om te zien hoe het kan werken. Het werkt motiverend om hieraan te gaan werken in Wa.

Rondje Upper West: Tumu, Gwollu, Lambussie, Nandom, Lawra, Jirapa, Nadowli, Wa east en west en terug naar Wa.

Het regionale kantoor van de Upper West Regio werkt samen met de 9 districten aan diverse zaken. Zo zijn de districtteams recent getraind om via een nieuwe manier van rapporteren managementinformatie op te hoesten. Wat er verder nog mee gaat gebeuren is nog spannend. Het is zelfs nog spannend of alle districten met een bruikbaar rapport voor de dag kunnen komen.
Om de districtteams een steun in de rug te geven op inhoudelijk en technisch gebied heb ik onder leiding van Jelinge een rondreis van 3 dagen gemaakt langs de districtbureaus in de regio.Samen ondersteunen we inhoudelijk en technisch bij de realisatie van de rapporten. Jelinge bepaalt elk moment wat we gaan doen: wanneer we gaan eten, wanneer we weer verder trekken en wanneer we weer langs een familielid moeten in een dorpje achteraf om een brood of wat geld te brengen. Hij kent de regio goed want hij is ook op diverse plekken teacher geweest. De chauffeur die ons in de pick up rondrijdt stuurt trefzeker over de vaak belabberde andwegen. Omdat niets van te voren vast staat en alles nieuw is, is het een vermoeiende tocht. Wel interessant om al die diverse werkplekken eens te kunnen bekijken. Zeker ook omdat ik vermoed dat al deze bureaus ondersteuning van mij gaan verwachten, nu en in de komende twee jaar.
Naast het werk doen we ook nog leuke dingen op deze reis. We ontmoeten veel VSO-volunteers: op kantoor, maar ook thuis en soms plotseling op de fiets op straat. De tweede nacht hebben we bij onze filippijnse collega Jonathan gelogeerd.
Het bezoek aan John en Marion (2 leeftijdgenoot volunteers met wie het wel klikte en die in Tumu woonden) was indrukwekkend. John was erg ziek geweest de afgelopen weken (malaria en typhus). Hij was nu ietwat aan de beterende hand. Naderhand bleek dat de ziekte ervaring zo ingrijpend was dat ze een dag na mijn bezoek besloten hebben om weer voorgoed naar Engeland terug te keren. Dat is geen lichte beslissing geweest en geeft weer wat voor impact die ziekte had. Wij hebben veel respect voor deze keuze.
We worden regelmatig door districtcollega’s getracteerd op eten of drankjes. In Gwollu tracteert een collega ons zelfs op een toeristische route: we nemen uitvoerig de tijd om de 300 jaar oude verdedigingsmuur van Gwollu te bekijken (tegen de slaven die zich probeerden te verweren tegen de slavenhandelaren die in Gwollu woonden) en bezoeken ook het traditionele healingcentrum voor gebroken botten. De verplegingsmethode, waar veel water en kruiden aan te pas komen, schijnt de genezing aanzienlijk te versnellen. We bezoeken ook het graf van een van de presidenten van Ghana die in Gwollu geboren is.
Woensdagavond moe maar voldaan weer thuis bij Jeannine. Voor haar was het spannend om voor het eerst een paar dagen alleen thuis te zijn. Het zou Jeannine niet zijn, als ze het niet heel leuk had gemaakt voor zichzelf.

22 maart 2011

De goudmijn van Mengwe

In een vergadering van Chipronet (Child Protection Network) wordt er gesproken over een ongeluk in een illegale, niet-commerciële goudmijn, waar 2 jonge meisjes zijn omgekomen in de mijn. Er wordt besloten om een onverwacht bezoek te brengen op zondag 20 maart. Diverse vertegenwoordigers van organisaties (Child Development Office, GES, Child Support e.a.) vertrekken rond 2 uur richting Mengwe in 2 pick-ups. Op het laatste moment gaat er ook iemand van Radio North West mee. Bas en ik mogen ook mee. We verlaten Wa aan de oostkant en na een tijdje wordt het een rode dirt-road omzoomd door veel groen. Een prachtige kleurencombinatie. Na een klein uurtje rijden we de centrale plaats van het dorp op. Meteen een hele groep kinderen waarmee een gesprekje wordt aangeknoopt. Het is armoedig en kinderen hebben dikke buikjes. Er komen stoelen en een bankje. De chief wordt verwittigd. We verkassen naar een overdekte plaats. De chief en 2 secondanten zitten voor ons, achter ons een schare kinderen en geïnteresseerde dorpsbewoners. Het is jammer dat er geen foto van gemaakt kon worden. Ik had me zo’n situatie precies zo voorgesteld. De mannen begroeten de chief, wij vrouwen mogen geen hand geven en lopen richting de chief en knikken met ons hoofd en maken een kleine buiging. Ik voel me wel een pottenkijker, want ik heb geen enkele functie. De secretaris van Chipronet voert het woord in Dagaare, de locale taal, en telkens vertaalt hij het voor ons en voor Erik, de Nederlander die Child Support heeft opgezet.
De meisjes zijn bedolven onder het zand, nadat een onderaardse gang was ingestort. De mijn ligt ver buiten het dorp en de mannen waren op dat moment niet aan het werk, dus er was geen tijdige hulp. Volgens de chief werken daar geen kinderen en gaan ze naar school. Er komen ook geen mensen van andere dorpen zegt de chief. Sommigen van ons hebben daar andere informatie over. Chipronet zal terugkomen om met de dorpsbewoners te praten over de veiligheid van de kinderen. Er wordt een klein bedrag betaald aan de chief, dat is gebruik. We gaan ook nog naar de mijn kijken. Een tocht over paadjes die heel wat stuurmanskunst vraagt brengt ons naar de mijn. De mijn is een wat zanderig, steenachtig gebied met wat heuveltjes en gaten. Er zijn enorme diepe gaten, echt levensgevaarlijk, en gangen met stutten. Er is niets afgezet of gemarkeerd. De mijn is een half jaar in exploitatie door het dorp. In het begin werden de stenen ter plekke gemalen en gewassen, maar na ervaringen van beroving met een pistool is dat stuk van het werk verplaatst naar het dorp. Met een dreiging van een pistool raken ze het moeizaam verworven goud in een klap kwijt. Heel veel dorpelingen zijn betrokken bij dit verwerkingsproces: stof en lawaai van jewelste, de kinderen lopen er gewoon tussendoor en maar 1 jongen heeft een veiligheidsbril op. De radioman wordt onrustig en wil vertrekken, omdat hij niet wil dat de situatie vervelend wordt en men hem herkend. Ik kan me goed indenken dat de chief en de dorpelingen zich zullen afvragen wat zo’n bezoekje moet betekenen. Voor het dorp is elke bron van inkomsten belangrijk. Aan de andere kant is hulp van organisaties altijd welkom en omdat er al eerdere contacten zijn geweest tussen Chipronet en het dorp geeft dat voldoende vertrouwen voor samenwerking.
Zoiets zie je alleen in documentaires en nu stonden we erbij! We zijn onder de indruk van de omstandigheden waaronder mensen leven.

19 maart 2011

Uitje Nadowli


Zaterdag, weekend!. De week was vol, vermoeiend, veel meetings (Jeannine) / trainingen (Bas), afspraken die niet doorgingen en een dag niet fit. We hebben 2 dagen bezoek gehad van 2 mede-volunteers uit Lawra,bijna 100 km ten noorden van Wa. Abbie hebben we leren kennen op de in-country-training, een leuke meid uit Chicago en Allison is een Canadese die al 1,5 jaar teachers ondersteunt, een vrolijke lieverd. Het is leuk om het een beetje gezellig voor hen te maken en zij geven daar veel gezelligheid voor terug.
Vandaag stond Nadowli op ons programma. Een dorp 40 km hiervandaan, waar mede-volunteer Adrienne en haar huisgenoten open dag hielden om allerlei redenen. Dit was ons eerste uitje de regio in, naar buiten! We vertrokken met de trotro, een busje helemaal volgepropt met mensen en spullen en ook geiten. We zaten achterin in een hoekje en dat gaf een wat opgesloten gevoel. De conditie van de trotro’s zijn wisselend, op de heenreis was het een gammel geval, op de terugreis zag het er beter uit. Het was heerlijk om het Afrikaanse landschap te zien. Misschien niet verheffend afwisselend, maar ons trof dat het toch best nog wel groen is en er toch nog wel wat bomen staan. We hebben gehoord dat er in het kader van een bepaald project veel sheatrees zijn gepland in de regio, bomen die na langere tijd vruchten gaan dragen, waarvan sheabutter gemaakt wordt, een vette crème o.a.  voor de huidverzorging. De mensen hebben die tijd niet kunnen afwachten en veel bomen zijn gekapt en verbrand om als houtskool te worden verkocht voor de oventjes waarop wordt gekookt. Op korte  termijn levert dat wat op, maar op de lange termijn hadden ze  meer kunnen verdienen met waar het project voor bedoeld  was. De dorpen en stadjes die we tegen komen zijn levendig en veel mensen op de been. Overal zijn wel kleine winkeltjes en barretjes en alsmaar vrouwen met handelswaar op hun hoofd, veel meisjes met brandhout, veel kinderen met water, fruit of wat maar te verkopen valt. In de bus is er vrolijke  reggaemuziek en mijn buurman die tegen me aan geplakt zit kan de liedjes allemaal meezingen. Een dorp straalt veel meer rust uit dan de stad, er is minder hectiek, terwijl het er toch levendig is. In Nadowli worden we opgewacht door Adrienne en door wat achterafpaadjes komen we bij hun huis. Erg groot, ook voor 3 volunteers. Buiten lopen de varkens met 6 kleintjes, de drachtige geiten en de eenden en de kippen. Dan is er ook nog de guinea fowl, een soort hoen met een dik lijf en een iel blauwachtig kopje. Ze hebben geen tuinafscheiding, dat is wel zo prettig voor het uitzicht, maar de achterburen kijken wel op alles wat ze doen. De kinderen komen graag tekeningen maken en vragen daar herhaaldelijk om (thuis hebben ze die spullen niet). Er staat een prachtige boom voor het huis die veel schaduw geeft. De boom draagt talrijke roodachtige vruchten, die eetbaar zijn. We eten heerlijke rijst met bonen en kletsen gezellig bij. De andere gasten worden wat later verwacht en wij wachten ze op aan de kruising van wegen in een spot (barretje) heerlijk in de schaduw met uitzicht op het leven in Nadowli: een vrouw met een naaimachine op haar hoofd, 3 mooie lachende kindjes,het oudste kind heeft haar armen beschermend om haar broertjes, aangeschoten politiemannen, heel veel politie, die waarschijnlijk  van een begrafenis komen (rood lint om), een collega van Bas die net een geitje heeft gekocht voor 45 Ghana cedi ( 22,50 euro), grote vrachtwagens uit Burkino Faso die Ghana als doorvoerland gebruiken, vrachtwagens vol houtskool en de mensen erbovenop, een prachtig schouwspel. Zo langzamerhand wordt ons tafeltje een witte spot van mansalaas (wiite mensen) die uitgenodigd zijn voor de party. Tegen zessen gaan Bas en ik op zoek naar een tro voor de terugreis, die heel aangenaam verloopt met een rustige, behulpzame chauffeur. De maan komt op en staat de rest van de reis als een prachtige bal aan de donkere hemel. Twee keer moeten we stoppen voor politieposten op de weg.
Voldaan komen we thuis, nadat we op ons laatste stuk begeleid worden door 3 tieners, die wat beginnen te vragen over camera's en honger. Ze zien ons toch als de bezitters van wat zij graag willen hebben. Uiteindelijk vertrekken ze met wat water, want water is altijd een teken van gastvrijheid.

7 maart 2011

Water

Een groot gedeelte van ons verblijf hier zijn we bezig met water. Dat is vooral omdat water hier schaars is en je je daarom beseft hoe essentieel het is om in je levensonderhoud te kunnen voorzien. En je komt er ook eens achter hoe veel je er wel niet van gebruikt. Je gaat er nog meer over nadenken of je niet te veel gebruikt.
Vorige week zaterdag zijn wij in ons huis ingetrokken. Op dat moment waren de loodgieters nog bezig met het in orde maken van de waterleiding naar de gootsteen in de keuken, naar het fonteintje in de hal en naar de wc en de douche in de badruimte. Al het water komt uit een grote polytank die naast ons huis op een stellage van 3 meter hoog staat. Ik schat dat er zo’n 1000 liter in gaat. Die tank was , neem ik aan, vol vorige week zaterdag. Hij is nu leeg.
Op het moment dat onze gast Adrienne van het toilet gebruik maakt, is ineens het water op. How embarrassing. Maar wij, volunteers, zijn niet voor een gat te vangen. Wij geven geen krimp. We pakken het leven op alsof er niets gebeurd is en gaan over tot de orde van de dag. Jeannine en Adrienne gaan naar de markt. Ik ga afwassen (met drinkwater uit een fles).
Nu snap ik beter waarom onze Ruby ons bij het verstrekken van onze inboedel ons ook twee 100 liter emmers verstrekte. Als ze straks de polytank komen vullen, laat ik die emmers ook maar even vollopen, zodat we wat reserve water hebben als we weer eens plotseling zonder zitten.
Want binnen 2 uur komen ze water brengen, is er beloofd. Er is in onze omgeving geen waterleidingcircuit. In andere delen van Wa is dat er wel maar dat ervaren de gebruikers niet altijd als een genoegen: de druk op de waterleiding is erg beperkt, waardoor er maar een miezerig straaltje uitkomt. Onze polytank echter op 3 meter hoogte geeft prima druk, waardoor we onder andere bij iedere douchebeurt mogen genieten van een prima waterstraal. Als er dus water in de polytank zit, tenminste.
Zoals ik al zei: er is beloofd dat er binnen 2 uur een watertankauto van Lafrans voorrijdt die onze polytank weer volgooit. Dat zou 10 cedi moeten gaan kosten. Onze nieuwe kennis, die tevens buurman is op onze compound, is manager bij Lafrans en hij heeft ons eerder deze week zijn diensten aangeboden toen hij samen met onze landlord kennis kwam maken. Een telefoontje is genoeg om de bestelling in gang te zetten. Nu maar hopen dat ze echt komen, want morgen wordt Independence Day gevierd (de 54-ste) en dan wordt er niet veel gewerkt hier, vrees ik. En omdat deze nationale feestdag deze keer op zondag valt, is iedereen op maandag ook vrij.
Het water wat geleverd wordt door Lafrans is geen drinkwater. Tenminste niet voor ons westerlingen met onze gevoelige maagjes. In onze VSO-uitzet zat ook een waterfilter: 2 pannen op elkaar met in de bovenste 2 kalkfilters waardoor het wat in de onderste pan loopt. Daar zit een kraantje, waarmee we onze flessen vullen. Die zetten we dan ter koeling in de fridge (ik denk dat ik over 4 weken 25 % engelse woorden produceer in een tekst als deze).
We kochten in het begin heel braaf flessen bronwater (1 cedi voor 1,5 liter) maar zijn er inmiddels achter gekomen dat de plastic zakjes water van een halve liter in een tray verkocht worden van 15 liter welke 1,5 cedi kost. Het is dan wel geen bronwater, maar het is gefilterd water en lest de dorst net zo goed.
Als een Ghanees op bezoek komt, is het eerste wat je doet hem of haar water aanbieden. Nu geven we dus gastvrij ieder die het wil zo’n zakje. De gemiddelde Ghanees drinkt niet steeds een slokje, maar bijt een puntje van het zakje en knijpt de inhoud van de halve literzak in een keer in zijn mond om deze handeling routineus af te sluiten met het weggooien van het zakje in de openbare ruimte.
Het water is in de regel overdag handwarm. Om te douchen is dat niet altijd lekker. ’s Nachts koelt het wat af, zodat de ochtenddouche meestal wel verkoelend is. Overdag is het natuurlijk wel makkelijk voor je (af)wasjes.
3 liter water per persoon om te drinken, dan nog het nodige water voor koffie, thee en havermoutse pap. Water voor het koken van rijst, aardappels, spaghetti, groenten. Water voor het wassen van groenten en fruit. Water voor de afwas. Water voor de douche (2 maal per dag) en water voor de wc (als het tegenzit meerdere malen per dag – en het zit nogal eens tegen). Water voor het wassen van kleren. Daarmee maken wij met zijn tweeën in een week een polytank met water leeg, lijkt het. Vanaf nu gaan we bijhouden hoe lang we met een polytank doen.

Aan het werk

Bas
Twee werkdagen heb ik nu achter de rug en ze hebben nog geen duidelijk resultaat. Ik ben maar goed aan de relatie aan het werken, zal ik maar zeggen. Dat doe ik dan met  Jelinge Mahama. Aan hem ben ik toevertrouwd. Hij is verantwoordelijk in de regio voor de EMIS-data. Deze worden vergaard door het verzamelen van door alle scholen in het land ingevulde vragenformulieren. Jelinge zorgt er dus voor dat alle scholen in de Upper West deze formulieren invullen en dat de districten ze verzamelen en naar hem in het regiokantoor sturen. Daar worden ze ingeklopt in een database op een lokale pc in een databaseprogramma dat door de landelijke GES is aangeleverd. Donderdag aanstaande worden deze gegevens verstuurd naar het hoofdkantoor in Accra. Er is speciaal een medewerker uit Accra overgekomen om toe te zien dat een en ander volgens de regels verloopt.
Het is de wens van Fabien, de directeur, dat ik help om de ingeklopte gegevens te isoleren en beschikbaar te maken als managementinfo voor hem. Hij moet anders nog minstens een jaar wachten voor hij resultaten ziet van de door hemzelf aangeleverde gegevens. Een loffelijk streven, waar ik dus een bijdrage aan mag leveren.
Tot die tijd leer ik Jelinge enkele basisvaardigheden van Excel en maken we samen een emailadres aan in Gmail voor hem. Dat lukt dus niet. Drie keer geprobeerd en drie keer stuiten we op een onwillig netwerk. Morgen weer maar eens proberen.
Internetten doe je hier met een modem. Dongle noemen jullie dat in Nederland. Een usb-stick met een simkaart en antenne, waarmee de verbinding met de rest van de wereld tot stand komt. Er zijn verschillende Ghanese aanbieders en op advies van onze Filippijnse adviseuse Ruby hebben wij bij de firma Tigo gekocht. Wij zijn nog niet blij. Sommigen van jullie hebben die ietwat negatieve ervaring met ons mogen delen tijdens een rondje Skype. Het chatten met vertrouwde mensen maakte telkens weer veel goed. Toch wachten we er nu even mee. Zaterdag komt Adrienne uit Nadowli logeren. Zij kocht bij MTN een modem en zegt tevreden te zijn. Dat willen wij even live ervaren voordat we eventueel een ander modem gaan kopen. Of ons Tigo-modem generiek laten maken. Want dat kan volgens Adrian.
Adrian is een aardige jongen van 24 jaar met wie we op de verhuisdag voor het eerst kennismaakten. Ruby had al over hem gesproken: hij is een ICT-student (laatste jaar BI op de Polytechnic in Wa volgens eigen zeggen). Dan heeft ie er toch ook al zo’n 15 studiejaren op zitten. Als je vragen hebt – waarover dan ook – dan kun je ze aan Adrian stellen en voor één Cédi zorgt hij op zijn minst voor een oplossing. Is het water in de polytank op? A. belt de waterboer. Doet de stroom het niet? Bel A. en er loopt een elektricien voor. Op de dag van verhuis heeft ie uiteraard ook veel verzet: mee helpen verhuizen, het huis bewaakt, ondertussen alle vloeren geveegd. ’s Avonds belde hij of alles goed ging. Hartstikke attent. De volgende dag kwam Adrian op de brommer langs. Even water drinken en kletsen. Want dat doet ie graag, met mij dan, over ICT. Hij was de assistent van mijn voorganger, zo blijkt. In elke vakantie ging hij met Cameron op stap. Binnen Wa, maar ook daarbuiten, in de Upper West.
ICT. Mijn job hier. Van Bas. De ICT-expert. Want zo praten ze over mij tegenover iedereen die het horen wil waar ik bij ben. Tegelijkertijd wordt er verwachtingsvol naar mij gekeken. Wie mij een beetje kent, weet dat ik van zulk gedrag niet meer zelfvertrouwen krijg. Stof, virussen en het omzetten van data in bruikbare informatie worden mijn uitdagingen volgens mijn baas Fabien, die van het regionale kantoor. De eerste twee dagen hebben ieder geval al een niveau bepaald: ze kunnen wel wat aan me hebben, denk ik.

Jeannine
De eerste week werken zit erop
Op maandagmorgen 28 februari  worden we aan de medewerkers van het Regionale GES-kantoor voorgesteld. Het zijn er ongeveer 35. Ik schrijf meteen de namen op en maak er later op de dag een plattegrond van. Anders zal het niet meevallen om gezichten en namen te onthouden. Ik ga  samenwerken met Bella, de officer voor Special Educational Needs.
Het is moeilijk zo’n kantoor te beschrijven. Dat ga ik ook niet doen, want er is niets gemakkelijker te vertellen wat er allemaal niet is. En aangezien ik moet starten bij wat er wel is, kies ik daarvoor. Ik ben in mijn eerste week op bezoek geweest bij 4 scholen, van creche tot Junior Highschool (eerste 3 jaren voortgezet onderwijs).
Ook het onderwijs is niet te vergelijken, zovéél kinderen (in uniform) in een klaslokaal met weinig leermiddelen. Dat maakt wel indruk. De kleintjes vinden het wel gek, zo’n nassaala (white lady). How are you?roepen ze vaak. Ik vraag het dan terug en dan zeggen ze I’m fine. Ghanezen houden van uitgebreide begroetingen. Sister Monica, een jonge non die in Amerika geeft gestudeerd, is de directrice van een kleuterschool, waar we een uitgebreider gesprek mee hebben gehad. Zij heeft  enkele kinderen op school met een mentale beperking en ze wil daar graag ondersteuning bij, want ze wil ze graag op school houden. Dus hier hoop ik in de komende week verder mee te gaan. Een ander mooi aanknopingspunt vond ik bij Anna Cleta, de officer van Girls Education. Zij is een gedreven vrouw, waar ik mee ga samenwerken om de girls clubs nieuw leven in te blazen. Meisjes hebben om uiteenlopende redenen minder kansen om school af te maken. Een voorbeeld: 24 meisjes in de kleuterklas en in primary 6 (onze groep 8) zijn dat er nog maar 3. Meisjes hebben meer taken thuis (huishouden en op kleintjes letten). Meisjes worden minder slim ingeschat en worden geacht te trouwen en kinderen te krijgen, waardoor een investering in onderwijs niet zo zinnig is. Het onderwijs is in principe gratis, maar ouders moeten wel schooluniformen en leermiddelen kunnen betalen. En onderwijs kan je ook sterker maken en zelfstandiger en daar zit de traditionele Ghanese samenleving ook niet op te wachten.
De girls clubs zijn bijeenkomsten  na schooltijd, waar interessante thema’s aan de orde komen, er gepraat kan worden met elkaar en leuke activiteiten worden ondernomen, dit alles gericht op bewustwording en versterking.
Om goed te kunnen werken met leerlingen, teachers en ouders is het toch wel goed om de locale taal te leren spreken. Ik heb Christine, een voormalige lerares Dagaare bereid gevonden om Bas en mij een uurtje per week les te geven. Dat is ook een mooi resultaat van deze eerste week. De volgende week ga ik met Bella een paar scholen voor Speciaal Onderwijs bezoeken (een school voor blinden, een voor slechthorenden en een voor mentally retarded). Leermoeilijkheden en gedragsproblemen krijgen nog weinig aandacht. En ik ga een meeting bijwonen waar alle districtofficers voor girls education bij elkaar komen (De Upper West heeft zo’n  10 districten).
Ik ben begonnen en er zijn hoopvolle taken om mee te starten……………………….