25 augustus 2012

Vakantie deel 2: Benin


Togo zit er op, Benin komt er aan. Een auto brengt ons snel naar de grens vanaf de hoofdweg nabij Lac Togo. Een 2 daags visum is niet meer te koop aan de grens, blijkt nu. De geuniformeerde man die ons moet doorlaten is onvermurwbaar: eerst terug naar Lomé om een visum kopen is de enige mogelijkheid. 8 uur later zijn we terug, met visum. Dezelfde man heet ons hartelijk welkom in Benin. Snel een groepstaxi gezocht in de drukke grensplaats. We worden afgezet bij Auberge de Grand Popo, een relatief rustig en luxe hotel aan een mooi stuk kust van Benin, net over de grens. Drie dagen lekker aan zee. Beetje lezen, beetje wassen, beetje wandelen, beetje internetten en lekker eten. Normaal wordt dit eenvoudige vissersdorpje in de weekends overlopen door mensen uit de grote steden. Nu is het er erg stil. In Grand Popo kunnen we met onze visa card betalen. Als het echter op betalen aankomt werkt de techniek niet. We hebben ook niet voldoende CFA’s meer om de rekening te voldoen. Gelukkig zit in onze reisriem nog een voorraadje euro’s die we voor noodsituaties hebben meegenomen.

Daarna door naar Ouida. We hebben onze eerste zem ervaringen. De motortaxi’s, zems, zijn er veel, snel en goedkoop, maar wel zonder helmen. In Ouida een uiterst eenvoudige doch prima hotelkamer gevonden. We bezoeken het lokale museum dat ons informeert over de Portugese slavenhandel op m.n. Brazilië. Grappig is om te horen dat teruggekeerde slaven Braziliaanse gewoontes hebben ingebracht, onder ander het carnaval. We horen over, en zien ook taferelen van het koninkrijk van Dahomey wat ons nog meer nieuwsgierig maakt naar Abomey, waar dit rijk vroeger gevestigd was en waar we over enkele dagen naar toe gaan. We lopen de oude slavenweg af die van het dorp naar de kust loopt. Een mooie wandeling langs bijzondere voodoo beelden en mooi waterland die eindigt bij de Porte de Non Retour. Zo’n poort heeft elke stad met een slavenfort. Deze heeft echter ook een Porte de Rétourné. Tegen de avond nog het Foret Sacree bezocht met wederom veel buitenissige beelden.

De volgende dag naar Cotonou, de informele hoofdstad van Benin. Vanuit Le Chante d’Oiseau (katholiek guesthouse) hebben we Cotonou verkend en alvast een visum voor Burkina Fasso gekocht bij het consulaat. Meteen maar een multi entry visum voor 3 maanden gekocht. Dan kunnen we nog een keer naar Burkina vanuit Wa de komende maanden. Cotonou is een erg drukke stad en vooral het aantal motoren en motortaxis is erg indrukwekkend. Het is een hele ervaring om in deze hectiek achter op zo’n motor te reizen. Gewandeld, geïnternet en onze enige Olympisch tv-ervaring gehad.

We gaan op route naar Abomey, met de bushtaxi. Lekker volgepropt, want als echte hollanders hebben we er voor gekozen om geen 3 plaatsbewijzen voor ons tweeën te kopen, zoals de chauffeur voorstelde, zodat we nu met 4 volwassenen op de achterbank zitten. En dat 4 uur lang. We zijn blij als we een keer kunnen stoppen zodat we de benen kunnen strekken.

Abomey is een van de hoogtepunten van onze reis. Dat weet je natuurklijk nooit van te voren. Maar achteraf zijn we erg blij met ons bezoek. We landen in hotel La Lutta waarvan we weten dat het erg basic is en dat eigenaar Da een excursie verzorgt langs de vele overblijfselen van het koninkrijk van Dahomey. Het is allemaal waar. Het hotel is errug basic en zolang als je in gedachten alles wat je hoort bewegen maar houdt voor een gecco of een lizard, dan is het goed uit te houden. De excursie is fantastisch. Da op zijn brommertje brengt Jeannine en mij – beiden achterop een zem – in 3 uur tijd langs talloze tempels en paleizen die zijn overgebleven uit het oude Dahomey. Da vertelt kleurrijk in zijn charmante engels. We bezoeken ook een fetish-markt waar je alle ingredienten kunt kopen die de traditionele genezer nodigt heeft om iets te brouwen om jou beter te maken. ’s Avonds kookt Da een heerlijke maaltijd voor ons die we in het ‘restaurant’ nuttigen.

Na een frans ontbijt, de volgende morgen, met de zems naar het busstation gebracht. Drie uur wachten op zo’n station is geen straf. Aankomst en vertrek van bussen is erg hectisch. Je ziet hoe de verkopers hun voorbereidingen treffen om daarna hun waren aan de man te brengen. Prachtige taferelen. Uiteindelijk vertrekken wij zelf in zo’n bus. We zitten lekker comfortabel op de achterbank en rijden over een prima asfaltweg naar Natitingou (Nati in de volksmond). In een gesprekje met een Beninois in de bus wordt Ghana met Benin vergelijken en de man prijst Ghana de hemel in vanwege de ontwikkeling die dat land doormaakt. Ik vertel dat wij andere ervaringen hebben: Benin lijkt beter georganiseerd, betere wegen, schoner, minder wildplassers, minder rommelige winkeltjes, meer authentieke muziek en cultuur, betere afwerking van meubels en huizen. In francofone landen wordt ook beter frans gesproken dan dat er in anglofiele landen engels wordt gesproken (voor zover dat te vergelijken is). Het franse regime heeft zich sterker laten gelden in hun koloniën dan het engelse en dat merk je nog steeds.

Nati heeft een leuke markt waar je als blanke nog over heen kunt lopen zonder steeds aangeklampt of aangesproken te worden. We regelen een bezoek aan Parque de Pendjari, een natuurpark met veel wild. Het wordt niet aangeraden om in de regentijd het park te bezoeken, omdat het wild zich terugtrekt in de natte bossen en omdat het hoge gras het zicht ontneemt. We boeken toch een auto met chauffeur voor de zondag. Om 5 uur in de morgen vertrekken we voor een reis van 100 kilometer naar het park. We komen aan in de ochtendschemer en bij binnenkomst bestijgen wij onze troon op de achterkant van de pickup. Heerlijk in de open lucht zien we alles aan ons voorbij trekken: prachtige vogels, baboons, olifanten, alle soorten antilopen. We hebben zelfs leeuwen gezien, iets dat we vooraf niet konden bedenken. Het gebeurde zo onverwacht, dat we eigenlijk maar 1 goede foto hebben kunnen schieten. We realiseerden ons ook niet dat we op een twintigtal meters van 6 volwassen leeuwen bevonden in de onbeschemde achterkant van een pickup. ‘Ce n’est pas dangereux’ zei onze guide. De middag gepast afgesloten in een prachtige eco-touristische omgeving met een waterval. Daar ook genoten van een eenvoudige maaltijd. Onze chauffeur bracht ons naar het stadje Tangieta, van waaruit we de volgende dag onze reis naar Burkina Fasso gaan vervolgen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten