28 juni 2011

Workshops

Iedereen op ons kantoor gaat naar workshops. Die duren soms een maar meestal meerdere dagen. In Kumasi, Tamale of Accra. Reizen en ergens overnachten is geen enkel probleem. Organisaties nodigen elkaar uit voor allerlei workshops. Bij onze collega's is het wel een paar keer per maand raak. Daarna moeten ze rapporteren aan de directeur. Op welke manier de opgedane kennis nu gebruikt wordt voor het werk is ons niet duidelijk. Het is een eigen leven gaan leiden, zonder verbinding met waar het voor bedoeld is, lijkt het. Heb je veel workshops dan ben je goed bezig. Je krijgt ook nog een onkostenvergoeding voor reiskosten en eten, dat maakt het heéél aantrekkelijk.
Nu heb ik vandaag mijn eerste workshop gegeven (van 2,5 uur, valt dus wel mee).Een van mijn taken is het creëren van awareness voor inclusie (= alle mensen/kinderen doen mee). Het is belangrijk dat veel mensen op allerlei niveaus zich bewust zijn van het feit dat er nog steeds veel mensen worden buitengesloten. Als je er weet van hebt, valt het je op -hopelijk- en dan is er misschien actie mogelijk.
Ik heb een korte film gebruikt Young Voices, waarin jonge mensen uit Tanzania en Uganda vertellen over wat inclusie voor hen betekent. Zoveel mooie momenten, een doof meisje dat vertelt dat haar ouders nu trots op haar zijn omdat ze naar school gaat en kan leren. De film maakte indruk! Ik heb een powerpoint presentatie gemaakt en veel actieve werkvormen gebruikt. Mijn ervaring met structureel coöperatief leren kwam me goed van pas. Iedereen betrokken en enthousiast, ja super! De directeur had me ondersteund met minerals en biscuits voor de aanwezigen, dat vinden ze hier belangrijk. Tevreden ben ik, over 2 weken nog een keer. Misschien later de districten in.

17 juni 2011

Bayor

Bayor is een leerling van Wadeaf, de school voor dove leerlingen. Hij is een slimme jongen, maar hij heeft alleen een oude, zwakke vader, die geen geld had om hem door te laten leren. Bayor heeft toen 2 jaar thuisgezeten. Daarna is hij teruggekomen op de beroepsopleiding van Wadeaf om voor timmerman te leren. Hij doet dat naar volle tevredenheid van hemzelf en zijn leraren. Hij is erg serieus met zijn vak bezig. Samen met Bayor en zijn vakleerkracht hebben we van het fonds - waarvoor vrienden, familie en collega's zo gul gegeven hebben - een basisset timmermangereedschap gekocht ter waarde van 134,38 euro. Hierdoor is hij in staat in zijn dorp als timmerman te beginnen. Nu gaat hij nog een kist timmeren (met slot!) om het gereedschap goed in te kunnen bewaren. Het geld voor het hout en de sloten hebben we hem ook toegezegd. Namens Bayor allemaal bedankt!

12 juni 2011

Wakatidi, you’re invited!

Ghanezen hebben een simpele, maar pittige keuken, die erg bewerkelijk is voor de vrouwen, want die koken altijd. Het merendeel van de maaltijden bestaat uit goedgekruide stoofpotten of soepen met rijst of gekookte yams, bangku, kenkey, fofu of tiezet, allemaal soorten meelballen, oneerbiedig gezegd. De ingrediënten van de stews /soups zijn bonen en/of okra (slijmerige groene groente), vis of kip, blad van de bonenplant of ander groen en groundnuts. Ze houden van kruiden en van pittig: cayennepeper, curry, gember, knoflook, uien and chilipepers.
Ze hebben de gewoonte om niet thuis aan tafel te eten, maar overal waar ze zijn, vaak buiten op de grond of op een trapje of krukje. Ze zeggen dan: you’re invited, maar het is niet de bedoeling dat je mee-eet, het is alleen voor de vorm. Ze kopen eten in een stalletje voor minder dan een euro per maaltijd: veel koolhydraten, een beetje vlees (met bot) en weinig groente. Vlees is meestal kip of vis, maar soms ook geit en zelfs ....hond (sorry Marthe). Het eten krijg je mee in een zwart plastic zakje. Daar eten ze dan ook uit. Met de rechterhand. Je plukt een stukje fufu of tiezet, doopt dat in de soep of stew en slurpt het naar binnen, nadat je van tevoren je hand hebt gewassen in water. Eten is doorgaans geen sociale bezigheid. Het is bewerkelijk om het te maken. Bijvoorbeeld het stampen van de yam duurt 45 minuten, en dat is intensief . Van de buren kregen we vanmiddag fufu met een light ( very hot) soup. Wij zaten binnen te smikkelen en zij zaten buiten allemaal op een apart plaatsje te eten. Vanavond bij Francis( van het GES guesthouse, waar wij 1 week hebben doorgebracht toen we nog geen huisje hadden) tiezet gaan eten, met soup van bree (bladeren) en een ondefinieerbaar soort vlees. Het was lekker! Ik heb het vlees weggegeven, Bas heeft het geprobeerd, het viel toch niet mee voor een vleeseter die net geleerd heeft een kip te ontleden.
Om als vegetariër te overleven heb ik tofu laten maken. Nu heb ik 30 porties tofu in de vriezer. Dus voorlopig genoeg eiwitten. Wij koken meestal een beetje a la thuis: spaghetti met tonijn uit blik, macaroni idem, panpizza, groente-rijst-sausje, noedels met groenten, omelet, rijst met bonen, soep-pannenkoeken, gebakken yam (aardig alternatief voor gebakken aardappels). De groentes die we hier kopen: tomaat, uit, paprika, kleine aubergientjes (geel), komkommer (zonder EHEC), wortels en sperzieboontjes in beperkte hoeveelheden (erg duur), kool, avocado’s, erwtjes en bonen in tomatensaus uit blik en we genieten zelfs van champignons uit blik (nooit gedacht!). Op dit moment zijn groenten schaarser, het verbouwen van gewassen is met het regenseizoen begonnen, dus over een tijdje....
In Ghana is water drinken erg gewoon, je biedt een bezoeker ook altijd water aan. Koffie, dat kennen ze niet, het is dan ook allemaal Nescafe, en eerlijk gezegd, dat is ook geen echte koffie, toch? Bier is hier gewoon bier, maar de Ghanezen drinken meestal malt Guiness (veel moslims hier). Lokaal wordt er pitoe gedronken een licht alcoholisch zelf gebrouwen drankje, wij hebben het nog niet aangedurfd, onze darmen?!? Wij eten ’s morgens meestal havermoutpap, die nog steeds niet verveelt, is erg voedzaam en vult goed. ’s Middags eten we meestal witbrood (helaas) met een eitje, le vache qui rit, tomaatje, jam, pasta, groundnutpasta en soms een knakworstje voor Bas en een avocado voor mij. Ineens is onze bakker om de hoek gestopt met bruinbrood, dat is balen. Nu moeten we een eindje rijden met de fiets, maar het is het ons waard. In Ghana houden ze niet zo van brood.
In een pakketje van Pieter en Marijke zaten lekkere verwendingen: wat kan Parmezaanse kaas toch lekker zijn. We zijn toch wel echte gewoontedieren: we missen onze kaas!

1 juni 2011

werken = spelen

Ancilla Playhouse is een peuter/kleuterschool met 7 groepen. Ik werk in de 4 Nursery-groepen (van 3 en 4 jaar) met 45 tot 55 kinderen in elke groep. Voor ons onvoorstelbaar hoe je daar goed kan werken. De leerkrachten zijn niet geschoold. Ze doen erg hun best. In overleg met sister Monica, de directrice, probeer ik het leeraanbod en het klassenmanagement te verbeteren. Ze zitten heel de dag of spelen buiten. Deze school heeft best veel materiaal (gehad), als je het vergelijkt met met andere scholen. Maar het materiaal wordt onvoldoende gecontroleerd en verdwijnt in de broekzakken van de kinderen of het raakt kwijt. Niets blijft heel. Water naar de zee dragen dus.
Nu zijn we gestart met een plan om te werken in kleine groepjes. In groepjes van 10-12 kinderen gaan we op een rustige plaats buiten de klas werken: elke dag een andere activiteit: constructiemateriaal, teken-schrijfoefeningen, zand, puzzels en voorlezen/zingen/dans. Het gaat vooral om vrij spelen en hier en daar wat sturen en complimentjes geven. De leerkracht neemt zich één doel voor om de kinderen die dag te leren: bijvoorbeeld een nieuw rijmpje of een toren van 5 blokken. Na 30 minuten wisselen we van groep, zodat elk kind die dag aan de beurt komt. We leren ze ook opruimen.
Vandaag was de eerste keer! Het was enorm leuk, de kinderen speelden rustig, ze hoefden nu niet te vechten om een blokje (er was nu genoeg) en de leerkracht had tijd om wat te sturen, te vragen en te observeren. Volgende week zand!