31 augustus 2012

Vakantie deel 3: Burkina Faso


Burkina Faso is het laatste land dat we bezoeken voordat we naar Ghana teruggaan. Het is meer vanwege de route dan dat we echte plannen hebben voor een bezoek. Het wordt afgeraden om in het noorden van Burkina Faso, tegen de grens met Mali, te reizen.  Dat doen we dus ook niet.
We reizen met een minibus, zeg maar onze Hyundai-bus met zo’n 16 passagiers. Ons hotel zou een bus regelen,  wij verwachten een touringcar, maar dat was het dus niet. Allez dan maar….We mogen wel voorin, minder krap, maar wel erg kwetsbaar, ik zit liever middenin. De grens overgang is een van vele verrassingen. Een paar keer stappen mensen uit die later weer aan de kant van de weg staan om in te stappen, blijkbaar om bepaalde controles te vermijden. Ze hebben er allemaal wel lol om. Bij de eerste controle raakt het hulpje van onze chauffeur in een discussie verwikkeld met de politie en hij weet niet van stoppen. Uiteindelijk moet hij “blijven” en gaan we met een ander hulpje verder. Bij de grens blijkt verder dat we tegen hetzelfde bedrag als wij betaalden in Cotonou ter plekke een visum hadden kunnen krijgen. In Cotonou had men andere informatie…

De eerste indrukken van het land zijn een meer islamitische sfeer, meer jurken en sluiers,  sommigen dragen tulbanden als de Touaregs (prachtig!), met vierkanten lemen huizen maar ook ronde Fulani-hutjes, veel koeien, veel ezelkarretjes en het landschap is meer savanne dan in Ghana met minder begroeiing. Later begrijpen we dat Touaregs, die in het zuiden van Mali verblijven, hun land ontvluchten richting Burkina, omdat veel mensen in het zuiden van Mali het niet eens zijn met de overname van de noordelijke provincies door de Touaregs. Het is een lange rechte weg en onze chauffeur dendert met hogesnelheid door, ook in de dorpen, luid toeterend. Hij stopt alleen als er nieuwe passagiers hun hand opsteken. Er zijn regelmatig controles door de politie, bij een ervan moet onze chauffeur zijn papieren achterlaten (terwijl ze al 2 x goedgekeurd waren, snappen jullie het?). Het is ook andere koopwaar die door veelal meisjes wordt aangeboden via de raampjes, niet allemaal even duidelijk, maar de sesamkoekjes zijn overheerlijk. Een keer weigert de bus en moet de motor ontstoft worden door 5 minuten onder luid geraas zwarte roetwolken te produceren.

Ouagadogou is druk, hectisch met veel motors én brommers. We zijn moe en kiezen voor een hotel in het centrum. Er hangt geen bordje op, maar de meisjes zeggen dat het wel een hotel is, beetje vreemd. Maar de tuin is prachtig en we laten ons verleiden. Er wandelt een grote schildpad van een halve meter rond én het Burkinese zusje van Poento, net zo lief en aanhankelijk! De kamer is nog niet klaar en we gaan de stad in en zoeken bij de post een internet-café. Veel gehassel, we worden belaagd om te kopen, kopen en dat vinden we niet fijn. Voor voetgangers is er eigenlijk geen plaats, op de stoep (ja die zijn hier wel itt Ghana) staat koopwaar of geparkeerde auto’s. Aan de rand van de weg is het levensgevaarlijk. We kopen poffertjes op straat, jam jam. Bij terugkeer in het hotel is de kamer nog niet vrij en wij balen daarvan.  Uiteindelijk kunnen we toch terecht in een kamer van iemand anders. Als we ’s avonds in bed liggen probeert deze man onze deur te openen en het duurt een kwartier onder luid telefoneren voordat hij naar een andere kamer wordt gedirigeerd.

De volgende dag krijgen we een rondleiding van een aardige jongeman van 22 jaar, Ousmane, die met zijn familie bronzen beelden maakt. We zien hoe  tin en koper worden gesmolten om daarna in mallen van leem tot kunstwerken te worden veranderd. Het is een familiebedrijf, hij heeft het vak van zijn vader geleerd. Als hij of een ander familielid iets verkoopt wordt de helft verdeeld onder de familie. Er zijn veel  beelden van dunne lange vrouwenfiguren en dieren, niet echt onze smaak. Wij kiezen voor een wat ronder gevormd koppel en natuurlijk een olifantje.  Ousmane leidt ons nog rond op een indrukwekkende markt met hele smalle gangetjes en we maken kennis met zijn moeder. Een prima invulling voor deze dag in Ouaga. We besluiten nog een keer terug te komen voor het zuidwesten van Burkina dat erg mooi schijnt te zijn.

De terugweg naar Ghana gaat niet over rozen. Tot Leo is het OK, dan stopt het openbaar vervoer. Wij huren een taxi naar de grensplaats Hamile voor veel geld. Onze taxichauffeur is een jonge gast die niet gewend is aan hoe het werkt aan de grens en rijdt een stopbord van de politie voorbij. Een zware overtreding zegt de politieagent. Zijn papieren blijken ook niet in orde en ook hij moet “blijven”. We proberen nog  wat te bemiddelen, maar le loi est le loi. Als ik zeg dat dat ook niet altijd zo is, krijg ik een boze blik en Bas redt me door te zeggen dat dat overal ter wereld zo is. Dan nog een dikke 3 uur in een propvolle trotro en we zijn thuis. Moe maar voldaan zoals zeggen.

25 augustus 2012

Vakantie deel 2: Benin


Togo zit er op, Benin komt er aan. Een auto brengt ons snel naar de grens vanaf de hoofdweg nabij Lac Togo. Een 2 daags visum is niet meer te koop aan de grens, blijkt nu. De geuniformeerde man die ons moet doorlaten is onvermurwbaar: eerst terug naar Lomé om een visum kopen is de enige mogelijkheid. 8 uur later zijn we terug, met visum. Dezelfde man heet ons hartelijk welkom in Benin. Snel een groepstaxi gezocht in de drukke grensplaats. We worden afgezet bij Auberge de Grand Popo, een relatief rustig en luxe hotel aan een mooi stuk kust van Benin, net over de grens. Drie dagen lekker aan zee. Beetje lezen, beetje wassen, beetje wandelen, beetje internetten en lekker eten. Normaal wordt dit eenvoudige vissersdorpje in de weekends overlopen door mensen uit de grote steden. Nu is het er erg stil. In Grand Popo kunnen we met onze visa card betalen. Als het echter op betalen aankomt werkt de techniek niet. We hebben ook niet voldoende CFA’s meer om de rekening te voldoen. Gelukkig zit in onze reisriem nog een voorraadje euro’s die we voor noodsituaties hebben meegenomen.

Daarna door naar Ouida. We hebben onze eerste zem ervaringen. De motortaxi’s, zems, zijn er veel, snel en goedkoop, maar wel zonder helmen. In Ouida een uiterst eenvoudige doch prima hotelkamer gevonden. We bezoeken het lokale museum dat ons informeert over de Portugese slavenhandel op m.n. Brazilië. Grappig is om te horen dat teruggekeerde slaven Braziliaanse gewoontes hebben ingebracht, onder ander het carnaval. We horen over, en zien ook taferelen van het koninkrijk van Dahomey wat ons nog meer nieuwsgierig maakt naar Abomey, waar dit rijk vroeger gevestigd was en waar we over enkele dagen naar toe gaan. We lopen de oude slavenweg af die van het dorp naar de kust loopt. Een mooie wandeling langs bijzondere voodoo beelden en mooi waterland die eindigt bij de Porte de Non Retour. Zo’n poort heeft elke stad met een slavenfort. Deze heeft echter ook een Porte de Rétourné. Tegen de avond nog het Foret Sacree bezocht met wederom veel buitenissige beelden.

De volgende dag naar Cotonou, de informele hoofdstad van Benin. Vanuit Le Chante d’Oiseau (katholiek guesthouse) hebben we Cotonou verkend en alvast een visum voor Burkina Fasso gekocht bij het consulaat. Meteen maar een multi entry visum voor 3 maanden gekocht. Dan kunnen we nog een keer naar Burkina vanuit Wa de komende maanden. Cotonou is een erg drukke stad en vooral het aantal motoren en motortaxis is erg indrukwekkend. Het is een hele ervaring om in deze hectiek achter op zo’n motor te reizen. Gewandeld, geïnternet en onze enige Olympisch tv-ervaring gehad.

We gaan op route naar Abomey, met de bushtaxi. Lekker volgepropt, want als echte hollanders hebben we er voor gekozen om geen 3 plaatsbewijzen voor ons tweeën te kopen, zoals de chauffeur voorstelde, zodat we nu met 4 volwassenen op de achterbank zitten. En dat 4 uur lang. We zijn blij als we een keer kunnen stoppen zodat we de benen kunnen strekken.

Abomey is een van de hoogtepunten van onze reis. Dat weet je natuurklijk nooit van te voren. Maar achteraf zijn we erg blij met ons bezoek. We landen in hotel La Lutta waarvan we weten dat het erg basic is en dat eigenaar Da een excursie verzorgt langs de vele overblijfselen van het koninkrijk van Dahomey. Het is allemaal waar. Het hotel is errug basic en zolang als je in gedachten alles wat je hoort bewegen maar houdt voor een gecco of een lizard, dan is het goed uit te houden. De excursie is fantastisch. Da op zijn brommertje brengt Jeannine en mij – beiden achterop een zem – in 3 uur tijd langs talloze tempels en paleizen die zijn overgebleven uit het oude Dahomey. Da vertelt kleurrijk in zijn charmante engels. We bezoeken ook een fetish-markt waar je alle ingredienten kunt kopen die de traditionele genezer nodigt heeft om iets te brouwen om jou beter te maken. ’s Avonds kookt Da een heerlijke maaltijd voor ons die we in het ‘restaurant’ nuttigen.

Na een frans ontbijt, de volgende morgen, met de zems naar het busstation gebracht. Drie uur wachten op zo’n station is geen straf. Aankomst en vertrek van bussen is erg hectisch. Je ziet hoe de verkopers hun voorbereidingen treffen om daarna hun waren aan de man te brengen. Prachtige taferelen. Uiteindelijk vertrekken wij zelf in zo’n bus. We zitten lekker comfortabel op de achterbank en rijden over een prima asfaltweg naar Natitingou (Nati in de volksmond). In een gesprekje met een Beninois in de bus wordt Ghana met Benin vergelijken en de man prijst Ghana de hemel in vanwege de ontwikkeling die dat land doormaakt. Ik vertel dat wij andere ervaringen hebben: Benin lijkt beter georganiseerd, betere wegen, schoner, minder wildplassers, minder rommelige winkeltjes, meer authentieke muziek en cultuur, betere afwerking van meubels en huizen. In francofone landen wordt ook beter frans gesproken dan dat er in anglofiele landen engels wordt gesproken (voor zover dat te vergelijken is). Het franse regime heeft zich sterker laten gelden in hun koloniën dan het engelse en dat merk je nog steeds.

Nati heeft een leuke markt waar je als blanke nog over heen kunt lopen zonder steeds aangeklampt of aangesproken te worden. We regelen een bezoek aan Parque de Pendjari, een natuurpark met veel wild. Het wordt niet aangeraden om in de regentijd het park te bezoeken, omdat het wild zich terugtrekt in de natte bossen en omdat het hoge gras het zicht ontneemt. We boeken toch een auto met chauffeur voor de zondag. Om 5 uur in de morgen vertrekken we voor een reis van 100 kilometer naar het park. We komen aan in de ochtendschemer en bij binnenkomst bestijgen wij onze troon op de achterkant van de pickup. Heerlijk in de open lucht zien we alles aan ons voorbij trekken: prachtige vogels, baboons, olifanten, alle soorten antilopen. We hebben zelfs leeuwen gezien, iets dat we vooraf niet konden bedenken. Het gebeurde zo onverwacht, dat we eigenlijk maar 1 goede foto hebben kunnen schieten. We realiseerden ons ook niet dat we op een twintigtal meters van 6 volwassen leeuwen bevonden in de onbeschemde achterkant van een pickup. ‘Ce n’est pas dangereux’ zei onze guide. De middag gepast afgesloten in een prachtige eco-touristische omgeving met een waterval. Daar ook genoten van een eenvoudige maaltijd. Onze chauffeur bracht ons naar het stadje Tangieta, van waaruit we de volgende dag onze reis naar Burkina Fasso gaan vervolgen.

19 augustus 2012

Vakantie deel 1: Togo

Precies een maand geleden schreven we voor het laatst op de blog. Dat hoort zo als het vakantie is. Even helemaal weggeweest. Het voelt goed om weer thuis te zijn. Met mooie ervaringen. Een paar ervan willen we met jullie delen...
By the way, vandaag was het in Nederland warmer dan in Ghana, is het jullie toch gelukt!!

TOGO
We steken bij Ho de grens over ter hoogte van Kpalimé. In een oude taxi op een zeer slechte weg bereiken we Kpalimé. We zijn op zoek naar het dorp op het Daniye Plateau, waar ik ruim 30 jaar geleden 6 weken heb doorgebracht om mee te werken aan de bouw van een school. Ik herken het gebouw van Astovot, de organisatie waar ik mee ben gegaan, maar het is te huur. We bezoeken het Centre Artisanal, waar ik nu, net als 30 jaar geleden, een batikdoek koop. De manager van het hotel waar we verblijven blijkt uit een dorp te komen dichtbij Dayes Atigba, zoals "mijn dorp" heet. Hij verhuurt ons zijn wagen met chauffeur en hij gaat zelf ook mee. De tocht naar het Daniye Plateau is prachtig, mooie vergezichten en dat wist ik ook nog. Bij binnenkomst in het dorp herken ik de centrale pomp en de lange hoofdstraat. Er zijn 2 basisscholen aan het begin en aan het eind en ik ben verward. We lopen de weg 2x, we bezoeken de vervanger van de chief die meldt dat de directeur van Astovot uit mijn tijd, Mamadou Pam een paar jaar geleden is overleden. Ik kom er achter dat de plaats waar we destijds sliepen Foyer des jeunes heette. Nu is dat gebouw op een andere plaats. De zoon van de chief gaat ook mee, dus een hele delegatie helpt mij in het zoeken naar de overblijfselen uit mijn herinneringen. Foto's heb ik niet meegebracht, die waren al opgeslagen bij All Safe voordat we naar Ghana gingen, geen zoeken aan! Ik herken een graftombe en die blijkt inderdaad uit 1978 te zijn. Uiteindelijk komen we iemand tegen die op de school gezeten heeft waaraan wij meegewerkt hebben. De school is er niet meer (!), maar ze wijst de plaats waar hij gestaan heeft. Zij was in die tijd een leerling van de school. Nu begrijp ik dat de school bij binnenkomst van het dorp stond en ons verblijf aan het andere eind van het dorp en niet andersom. Herinneringen blijken steeds een magisch gebeuren. Het kwartje valt en het plaatje begint te kloppen. Ik herken een gebouw (achter een nieuwer gebouw), dat vrijwel zeker onze slaapplaats is geweest. Het is een heel bijzondere ervaring. We bezoeken ook nog het klooster van Dzogbegan en die herinnering klopt helemaal. We eten gastvrij bij de vader van Serge en slapen bij zijn zus in Daniye Elevayon.
Op de terugweg naar Kpalimé bezoeken we de waterval van Kpimé en ook daar komen herinneringen boven. Zoals Bas zei: dit is jouw dag en dat was het helemaal.

Een ander hoogtepunt in Togo was het bezoek aan een voodoo-priesteres in Togoville. Bij binnenkomst moeten we onze bovenkleding uit doen en een pagne (afrikaanse doek) omslaan. We moeten met een bepaalde wijze van handen klappen (op de knieën en 4x4 keer klappen in een ritme) onze komst aankondigen. Dan mogen we binnen in een ruimte met vele foto's en certificaten. Er staan "stools", een soort troon voor hooggeplaatste mensen, die we ook kennen van de Ashanti's in Ghana, wij zitten aan de overkant op matten. Een jong kind ligt lekker duimend op de mat voor de stool van de grand-pretre zoals ze heet. Ze blijkt een bekende priesteres te zijn en regeringsleiders komen ook bij haar. Na binnenkomst een opnieuw geklap is er een inwijdingsceremonie met sterke drank, dat ook voor de voorouders wordt geplengd op de grond. Er wordt betaald, natuurlijk. We mogen vragen stellen. We vragen om een succesvol einde van ons werk  in Ghana. We vragen ook nog om een goed woordje voor onze kinderen. Ze zal het meenemen in haar volgende ochtend-gebed. Dan praten we nog een tijdje en ik laat haar de foto's van de kinderen zien. Floris wordt een slim jongetje zegt ze en dat geloven we best graag. Ze geeft ons een armband ter protectie en ja, hij zit nog steeds om mijn arm, tot nu toe heeft het gewerkt....