We zijn bijna een jaar van huis. Morgen,
13 februari is het zo ver.
Da’s een moment om eens terug te
kijken, wat er zoal gebeurd is. Als het goed is hebben we jullie aardig op de
hoogte gehouden van ons huiselijke leven in Wa het afgelopen jaar. We kunnen
ons echter voor stellen dat het niet voor iedereen even helder is wat wij nu
precies voor werk doen. Want daar zijn we toch voor gekomen, niet dan? Een
bijdrage leveren aan het ontwikkelingsproces in Ghana.
Tussen de regels door heb je al
kunnen lezen dat de invulling van ons formele werk een heel gevecht is geweest
tot nu toe. We hebben daar niet zo veel over verteld in de blog omdat het
anders zo’n negatief verhaal wordt en dat is voor de lezers niet leuk, maar het
is uiteraard voor ons zelf ook niet inspirerend. Er is één leefregel geweest
die we altijd hoog in het vaandel hebben gehouden: positief blijven en ondanks
alles naar constructieve oplossingen blijven zoeken. Dat lukt ons over het
algemeen best (maar niet altijd natuurlijk). En eerlijk gezegd zijn we allebei
best trots dat we dat positieve gevoel vast kunnen blijven houden.
Even een resumé. Dat mag op dit
moment, omdat er een einde lijkt te komen aan het vechten voor werk.
Vorig jaar, eind februari, kregen
Jeannine en ik een werkplek op het regionale kantoor van de Ghana Education
Service (GES) in Wa, in de Upper West Region. Voor Jeannine stond al vast dat
zij daar zou komen werken als Regional Inclusion Officer. Ik zou op het
districtskantoor (elke regio bestaat uit een aantal districten) van GES gaan
werken als ICT Support Officer. Bij kennismaking met de interim directeur die
zowel het regionale kantoor als het districtskantoor in Wa aanstuurde, werd
duidelijk dat ook ik op het regionale kantoor zou komen werken. We waren het er
over eens dat het een goede zaak zou zijn als ik me voor de hele regio zou
inzetten. Hij waarschuwde toen al: ik ben slechts interim, ik kan wel eens heel
snel weg zijn en dan weet ik niet wat mijn opvolger er van vindt. Aan die
uitspraak werden we het afgelopen jaar helaas vaak herinnerd door de nieuwe
directeur!
Ondanks dat de werkgebieden en taken
van ons beiden nogal verschillen, zijn er schrijnende overeenkomsten over
hoe er in het algemeen met ons en onze werkmogelijkheden is omgesprongen:
·
Er zijn geen
afspraken tussen VSO Ghana (VSOG), GES en ons, volunteers, over het concrete
werk wat er van ons verwacht wordt. De procedure om tot zulke afspraken te
komen heeft wel geleid tot een soort werkplan voor ons, maar strandt steeds op
gebrek aan middelen, medewerking en/of ondersteuning;
·
Het gemis aan
afspraken tussen VSOG en GES houdt ook in dat GES niets financieel bijdraagt
aan het verblijf van VSO vrijwilligers en er zodoende ook geen wederzijdse verantwoordelijkheid is voor elkaars bijdragen;
·
We voelen ons
niet voldoende gesteund door VSOG in ons verblijf en in ons werk in Ghana;
·
GES en hun
nieuwe directeur hebben geen hulpvraag voor ons. De directeur heeft (nog) geen
zicht op wat er speelt binnen zijn Regio en heeft geen geld. Zodoende kan hij
ons ook nog niet zeggen waar we iets kunnen bijdragen. We hebben de indruk dat
er een machtspel speelt;
·
Overige
medewerkers van GES zijn erg aardig, maar zijn gewend om werkopdrachten af te
wachten vanuit hoger in de hiërarchie en ze zijn zeker niet gewend om buiten de
directeur om een hulpvraag aan ons te stellen. In veel gevallen hebben ze zelf
niets om handen.
Als het nu nog zo was dat deze zaken
alleen voor ons twee speelden, dan hadden we iets om bij ons zelf te raden te
gaan. Beschreven gang van zaken geldt echter voor veel VSO vrijwilligers,
vooral voor hen die bij GES werken. Natuurlijk zijn er best succesverhalen van
VSO-ers te vertellen, maar ze zijn in de minderheid en vaak het gevolg van het
feit dat deze vrijwilligers een onafhankelijke weg volgen, los van alle
afspraken.
De ontwikkeling die we zelf in
afgelopen jaar hebben doorgemaakt is:
·
Komen tot
(samen)werken vraagt vertrouwen en kost daarom veel tijd;
·
Als die
samenwerking niet tot stand komt, geef je de tijd daarom eerst een kans;
·
Als het lang
gaat duren, ga je eerst bij jezelf te rade: wat kan ik beter doen om iets te
realiseren;
·
Langzamerhand
ontstaat het beeld dat onze trage opstart geen incident is, maar dat heel veel
VSO-ers dit overkomt. Helaas is onze ervaring ook dat onze voorgangers die dit
overkwam het meestal daar bij lieten en bij einde van hun placement
gefrustreerd naar huis gingen (“we hebben een hele leuke tijd en mooie
ervaringen gehad in Ghana, maar het werk was knudde”). Vaak ontbreekt de tijd
om iets te doen. Zeker bij een eenjarig verblijf realiseer je pas in je laatste
fase van het verblijf hoe zaken in elkaar zitten. Je maakt een opmerking in je
end-of-placement-meeting en dat was het dan;
·
VSOG blijkt
een grote rol te hebben in het niet functioneren of niet bestaan van afspraken.
Dat het op GES niet optimaal verloopt, mag je verwachten. We zijn er om een
bijdrage tot verbetering te leveren. Van VSOG hadden we andere verwachtingen. VSO
UK en VSO NL hadden ons geïmponeerd door hun professioneel hoge niveau. Wij
hadden van VSOG een zelfde niveau verwacht. Waarschijnlijk niet terecht, omdat
VSOG een 100% Ghanese bemensing heeft;
·
Omdat wij een
2-jarig contract hebben, nemen wij ons voor om onze tijd te gebruiken om te
proberen zaken aan te kaarten en mogelijke veranderingen te forceren;
·
We maken
smart afspraken met onze VSO programma managers en onze lijnmanager bij GES. We
leggen deze afspraken vast en proberen iedereen zich er aan te laten houden.
Dat lukt niet. Zowel niet bij GES als bij VSOG. Dit proces loopt vanaf juni tot
en met oktober 2011;
·
In oktober
leggen we onze problemen voor in een bijeenkomst van alle VSO-ers in de Upper
West Region. Er is veel herkenning bij anderen. We besluiten samen een brief te
schrijven naar de Country Director van VSOG waarin we onze gezamenlijke zorgen
uiten en om een gesprek vragen om mogelijke verbeteringen af te spreken;
·
In november
vindt dit gesprek plaats met de (inmiddels nieuwe tijdelijke, Engelse) VSO
Country Director, de tijdelijke Deputy Director (= de oude tijdelijke country director)
en de VSO programma manager. Onze zorgen worden besproken en men belooft met
oplossingen te komen;
·
Hetzelfde
comité bezoekt samen met ons 2 onze GES directeur en maakt kennis met het
onvermogen van deze man om een goed werkplan voor te leggen;
·
Begin
december schrijven Jeannine en Bas een brief aan GES en VSOG met de eis om een
goed werkplan voor ons af te spreken. Aan VSOG zeggen we dat indien dit niet
mogelijk is voor 16 december, wij er op staan een andere placement aangeboden
te krijgen;
·
In januari is
een bijeenkomst van VSOG staf (gedeeltelijk samen met ons twee) waarin een
nieuwe opzet besproken wordt hoe voortaan tussen VSOG, partners en
vrijwilligers zal worden samengewerkt. Er worden voortaan clusters van
vrijwilligers gevormd in een bepaalde
regio. Vrijwilligers worden niet meer aan één specifieke partner gekoppeld
(zoals GES), maar kunnen bij allerlei partners die daar specifiek om vragen
ondersteuning gaan geven. Programma manager en cluster bekijken samen waar
leden het beste ingezet kunnen worden. Er wordt gezamenlijk contact onderhouden
met alle stakeholders;
·
Jeannine
heeft een nieuwe placement aangeboden gekregen als Inclusion Officer in het
nieuw te vormen cluster voor Jirapa en Lawra (2 districten die centraal gelegen
zijn in de Upper West Region). Ze gaat werken onder regie van ProNet, een
lokale NGO die veel werk verzet op het gebied van Food Security, Gender
Equality en Disability. ProNet werkt samen met VSOG en GES aan het TENI
project, een door de Engelse charity organisatie Comic Relief gefinancierd
project dat de invoering van Inclusief onderwijs voorstaat;
·
Bas heeft een
nieuwe placement aangeboden gekregen als ICT Training and Development Officer
in het nieuw te vormen cluster voor de districten Wa Municipal, Nadowli en
Sisala East. Hij gaat werken onder regie van VSOG, o.a. aan een onderzoek over
de ICT activiteiten in het onderwijs in Ghana;
·
Begin maart
is er een bijeenkomst georganiseerd voor alle betrokkenen in de Upper West
Region, waar een start gemaakt wordt met de nieuwe manier van werken. Als het
goed is komen partners daar met de eerste hulpvragen voor de volunteers in de
clusters.
We hebben een goed gevoel bij wat er
aan veranderingen aan zit te komen en zeker ook omdat we daar zelf samen met de
andere volunteers aan hebben kunnen bijdragen. Ook al heeft een en ander bijna
een jaar moeten duren.
Zoals jullie verder al hebben kunnen
lezen hebben we naast deze activiteiten niet stil gezeten.
Jeannine:
·
Ondersteuning
van Nursery / Kindergarten Ancilla bij de organisatie van het onderwijs;
·
Opzetten van
een braille bibliotheek op Wa Secundairy High School;
·
Ondersteuning
van het TENI project in Jirapa;
·
Een cursus
seksuele voorlichting geven aan puber straatmeisjes in het opvanghuis van Child
Support in Wa;
·
Workshops
geven met als doel awareness te kweken voor Inclusief Onderwijs;
·
Het ontwerpen
van een assessment tool voor kinderen die dreigen uit te vallen in het
reguliere onderwijs.
Bas:
·
Ondersteuning
geven aan het automatiseringsproces op de kantoren van GES in de Upper West Region;
·
Opzetten van
een Mobiel ICT Resource Center voor Junior High Schools in afgelegen gebieden
waar geen computers en geen elektriciteit voorhanden is;
·
Training en
ondersteuning geven op ICT gebied, waar nodig.
Ten slotte.
Waarom zo een epistel? Omdat het
gaat over essentiële zaken die ons hier bezig houden. Waarom zijn we hier? Doen
we wel zinnige zaken hier? Omdat we op een of andere manier het gevoel hebben
dat we ons moeten bewijzen en verantwoorden naar onze achterban dat we wel
zinvol bezig zijn hier in Ghana. Omdat we ook wel eens denken dat jullie daar
in Nederland het idee hebben dat we met van allerlei vage dingen bezig zijn
hier. En inderdaad, soms doet het heel vaag aan. Zit je te wachten of te vissen
bij je Ghanese collega’s wat ze nu precies van je willen en of ze wel echt iets
van je willen. Want het gaat echt anders dan in Nederland. Langzamerhand worden
die andere culturele gevoeligheden steeds duidelijker en wordt het daardoor ook
beter werkbaar. Soms denk je op de goede weg te zijn om het volgende moment
onderuit gehaald te worden. Maar soms ook zie je het helemaal niet meer zitten
om dan ineens weer iets moois voorgeschoteld te krijgen. Onderling hebben we
het met de volunteers over een emotionele achtbaan waar we in zitten hier in
Ghana: up en down!
Maar blijft staan: deze twee jaar
zijn 2 hele bijzondere jaren van ons leven. Het is goed leven hier in Ghana.
Anders dan in Nederland, maar wel veel meer relaxt. En dan zijn er de
mensen, de contacten met medevolunteers, de zoektocht, hoe het onze kijk op het
leven verdiept, hoe goed we het samen hebben, het reizen in Ghana etc.. En dat willen we niet missen.
Lieve Bas en Jeannine,
BeantwoordenVerwijderenProficiat met jullie eerste jaar en deze doorbraak. het is goed alles eens op een rijtje te zien dan is het zeker beter te volgen.
wij wensen jullie een goed vervolg toe dit tweede jaar. ik volg graag jullie blog!
groeten uit een ver Brabant
Louis linde en Beate
Iets met trots als een pauw enzo ondanks het gemis! Jullie zijn echt helden! X
BeantwoordenVerwijderenHoi lieve luitjes,
BeantwoordenVerwijderenMomenteel zit ik met een longontsteking thuis en heb de tijd genomen alles eens op mijn gemak bij te lezen. Jullie verhaal kan ik heel goed snappen. Ook goed dat je minimaal 2 jaar daar bent. Als ik het goed begrijp zijn jullie nu genoeg in de Ghanese cultuut geIinfiltreerd om zodoende in hun tempo mee te ademen en je oprispingen te laten. Jullie winnen aan vertrouwen en daar moeten jullie het van hebben. Komend jaar wordt dan mogelijk veel oogsten van de inzet en vasthoudendheid van het afgelopen jaar.
De kunst voor jullie is om de Ghanees, Ghanees te laten. Wat hebben zij nodig om er beter van te worden zonder te vervreemden van zich zelf.
En niet zoals de missionarissen vroeger deden: "Die zwartjes zo snel mogelijk blank zien te krijgen". Sorry voor de rare vergelijking misschien maar als je ziek bent komt e.e.a soms scherper op je netvlies te liggen.
Ik denk dat jullie geschiedenis schrijven in het leven van verschillende mensen. Daar mag je erg trots op zijn. Ik ben in ieder geval trots op jullie. kus en dikke knuffel. Mick